OM wilde niet hoogste boete voor Wilders
Het Openbaar Ministerie eiste donderdag niet de maximale geldboete (20.250 euro) tegen Geert Wilders voor zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraken. Hoewel de PVV-leider door het OM schuldig wordt geacht aan drie van de vier aanklachten wegens groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie, vroeg officier van justitie Wouter Bos Wilders een boete van 5000 euro op te leggen.
„Dat wettelijke plafond is hier niet aan de orde”, aldus de aanklager. „Er zijn ernstiger uitlatingen denkbaar.”
Toch zit Wilders qua hoogte van de eis „in een hoger segment”. Dat komt volgens Bos door de aard van de uitlatingen, de gevolgen voor de samenleving en voor de Marokkaanse Nederlanders en „door zijn doelbewuste optreden, gericht op maximaal effect, ongeacht de schadelijke gevolgen, zoals belediging, angst, haat en verdeling”.
Eerdere uitspraken van de rechter bieden weinig houvast, aldus Bos.
Het Openbaar Ministerie legde in de strafeis verband met eerdere, vergelijkbare nationale en internationale uitspraken voor dezelfde feiten. Zo werd Hans Janmaat (Centrum Democraten) in 1996 veroordeeld tot 3000 gulden boete (nu 1363 euro). Zijn woorden waren destijds volgens OM „grover”, maar de impact minder. „Janmaat opereerde in de marge”, aldus Bos. Dat geldt niet voor Wilders, zo zei hij.
Hij verwees ook naar de zaak van Joop Glimmerveen, voormalig voorman van de Nederlandse Volks Unie (NVU), die in 1977 tot twee weken gevangenisstraf werd veroordeeld wegens het bezit van racistische pamfletten. Samen met andere vergelijkingen, zoals veroordelingen van de Franse politicus Jean-Marie Le Pen en de Belgische politicus Daniel Féret, vindt Bos „dat een geldboete het beste past in de lijn van de Nederlandse jurisprudentie”.
