Koning roemt partner Nieuw-Zeeland
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima sluiten woensdag in Auckland het staatsbezoek aan Nieuw-Zeeland af en gaan op weg naar huis. Met luchtvaartmaatschappij Emirates, omdat die volgens de koning sneller en goedkoper is dan de KLM, die overigens niet op Nieuw-Zeeland vliegt.
De KLM-verkeersvliegers klagen over die keuze, maar Willem-Alexander en het ministerie van Buitenlandse Zaken –dat de rekening betaalt– hebben er een goede reden voor.
Op de laatste dag van het staatsbezoek komt het koninklijk gezelschap samen met de handelsmissie, die onder aanvoering van minister Kamp van Economische Zaken gelijktijdig door Nieuw-Zeeland reist. „Het is een snuffelmissie”, zegt VNO/NCW-voorman Hans de Boer. De meegereisde ondernemingen kijken of ze kunnen aanknopen bij Nieuw-Zeelandse bedrijven of instellingen op het gebied van land- en tuinbouw, voedsel, water en slimme steden.
„We zijn lang niet meer geweest, terwijl we eigenlijk natuurlijke partners zijn. Er zijn ook al resultaten geboekt”, vertelt Yvette van Eechoud, onderdirecteur voor Europese en internationale zaken van het ministerie.
Onder het goedkeurend oog van koning en koningin worden de eerste samenwerkingsovereenkomsten getekend. Tussen de universiteiten van Wageningen en Massey bijvoorbeeld, en tussen vijf Nieuw-Zeelandse havens en baggerbedrijf De Boer uit Sliedrecht, dat aan de slag kan met sleephopperzuigers. De koning is in een goed humeur. „Gefeliciteerd dat u met Nederlanders gaat werken”, zegt hij tot hilariteit van de aanwezigen tot de vertegenwoordigers van de havens.
Minister Kamp is tevreden. „Het is goed om de missie te laten samenvallen met het staatsbezoek. Op die manier is in een land alle aandacht op je gericht. Er zijn tal van gelegenheden om contacten te leggen. Ik heb hier in die paar dagen met vijf ministers gesproken. Dat lukt doorgaans niet. Dan is er altijd wel iemand in het buitenland. En in plaats van één keer heb je nu de kans iemand twee of meer keren te spreken. Bij een receptie en het staatsbanket bijvoorbeeld.”
De bewindsman is blij met de inbreng van het koningspaar. „Ze hebben er gevoel voor”, zegt hij over de interactie met bedrijven. Koning Willem-Alexander op zijn beurt vindt het fantastisch om bij de netwerklunch met bedrijven uit beide landen te zijn. „U bent een bijzondere groep mensen, want u heeft iets ontdekt wat nog lang niet iedereen doorheeft: Nieuw-Zeeland en Nederland liggen heel dicht bij elkaar.”
En voordat iemand gaat twijfelen aan de geografische kennis van de historicus, legt hij ook uit op welke wijze. „We liggen dicht bij elkaar want we hebben dezelfde mentaliteit. Een open mentaliteit, gericht op handel en export. Op samenwerking over grenzen heen. Op zakendoen op grond van heldere waarden en normen”, zegt de koning. Het dicht bij elkaar liggen komt ook doordat beide landen grootmachten zijn in land- en tuinbouw en voedsel. Beide staan ook voor dezelfde opgaven.
„Hoe maken we onze landbouw en economie duurzamer? Hoe reageren we op de klimaatverandering? Hoe behouden we onze voorsprong als sterke economieën?” stelt koning Willem-Alexander. „Steeds meer bedrijven delen in het geheim van onze natuurlijke verbondenheid en boeken daar succes mee.” Hij noemt Fonterra, een Nieuw-Zeelandse voedsel- en zuivelgigant, als voorbeeld. Het Europese hoofdkantoor –de koning was zelf bij de opening– staat in Friesland.
Willem-Alexander zorgt aan het slot van zijn toespraak voor een komische noot. Hij wil besluiten met een toost op de samenwerking, maar vindt geen glas voor zich. „Dit is het moment waarop de mooie assistente verschijnt”, zegt hij quasihulpeloos. De ceremoniemeester maakt aanstalten om de koning te hulp te schieten, maar koningin Máxima is hem –afgesproken of niet– voor. Ze staat op van haar tafel en geeft Willem-Alexander haar glas. Minister Kamp zei het al: „Ze hebben er gevoel voor.”