Monasch schaadt aanzien PvdA en politiek
PvdA-Kamerlid Monasch heeft maandag parlementaire geschiedenis geschreven. Door zijn vertrek uit de PvdA-fractie verliest de coalitie van VVD en PvdA in de Tweede Kamer namelijk haar meerderheid. Nog nooit eerder gebeurde dat op zo’n manier.
De coalitie begon vier jaar geleden met 79 zetels. Die toch al krappe steun kalfde in de loop der jaren af door het vertrek van de PvdA’ers Kuzu en Öztürk. Ook VVD’er Houwers begon voor zichzelf.
Vanuit coalitiekringen kwamen maandag –ogenschijnlijk– laconieke reacties. Premier Rutte wees erop dat zijn kabinet het in de afgelopen vier jaar toch al niet moest hebben van automatische meerderheden. Zijn kabinet kon in de Eerste Kamer immers niet bij voorbaat rekenen op voldoende draagvlak.
PvdA-leider Samsom voegde daar aan toe dat er geen grote besluiten meer op de agenda staan. „Het kabinet houdt in elk geval het vertrouwen van de Kamer.”
Die taxatie klopt. Weliswaar moeten beide Kamers nog instemmen met de begrotingen van de diverse departementen, maar niemand verwacht dat het kabinet daarbij in de problemen komt. Tot nu toe zijn er altijd voldoende oppositiepartijen geweest die de plannen over de eindstreep hebben geholpen.
Met het vertrouwen van de Kamer zit het dus wel goed. Problematischer is het met het vertrouwen van de kiezers. Binnen een halfjaar moeten VVD en PvdA zich bij hen verantwoorden voor het gevoerde beleid. Daar is bepaald niet iedereen tevreden over. Zeker de PvdA ligt voortdurend onder vuur. Het lijkt er niet op dat de sociaaldemocraten veel krediet hebben opgebouwd bij de mensen voor wie ze zich in de afgelopen jaren het vuur uit de sloffen hebben gelopen.
Met een gelikte lijsttrekkersverkiezing beoogde de PvdA haar besmeurde blazoen weer wat op te poetsen. Nu zelfs daarover ruzie ontstaat, uitmondend in het vertrek van Monasch, ziet het er somber uit voor het vertrouwen van de kiezer in de PvdA.
Dat mag ook Monasch zich aanrekenen. Het is nog te begrijpen dat hij niet enthousiast is over de coalitie met de VVD, al is het ook vanuit dat perspectief beschouwd een wel heel grote stap om te dreigen een motie van wantrouwen tegen het kabinet te steunen wegens het Oekraïnereferendum.
Maar dat hij zijn eigen partij, die hij naar eigen zeggen een warm hart toedraagt, zo te kijk zet, verdient beslist geen waardering.
Politici dragen niet alleen verantwoordelijkheid voor de inhoud van het beleid, maar ook voor de manier waarop dat beleid wordt vormgegeven en ook voor de manier waarop ze meedoen aan de discussie daarover in hun eigen partij. Door openlijk de confrontatie aan te gaan met zijn eigen partijbestuur en dat ervan te beschuldigen hem te willen wippen, versterkt Monasch het beeld van de Haagse slangenkuil. Daarmee doet hij afbreuk aan het aanzien van de PvdA. Maar tevens aan dat van de politiek in het algemeen. En daar had hij, ondanks zijn persoonlijke frustraties, zuiniger mee om behoren te gaan.
Ook de PvdA (die naast Kuzu, Öztürk en Monasch ook Bonis en Hilkens zag vertrekken) moet in dezen haar verantwoordelijkheid nemen. Bijvoorbeeld door haar Kamerleden voortaan beter te rekruteren.