Schaalvergroting zorg veranderde centrum Kampen voorgoed
„Een stedenbouwkundige ramp” , noemt historicus Geraart Westerink de uitbreidingen van zorgtehuis Margaretha in de binnenstad van Kampen in de 20e eeuw. De begin vorige maand door prinses Margriet geopende nieuwbouw kan worden gezien als een reparatie van de middeleeuwse stadsstructuur. Over een zorginstelling die een grote stempel drukte op een monumentale binnenstad.
Ouderenzorg was begin 19e eeuw bij uitstek een zaak van kerken en liefdadigheidsinstellingen. Met de fusie van twee Kamper gasthuizen tot Verenigde Gasthuizen en de uitbouw van dit complex begon een ontwikkeling die het middeleeuwse centrum van deze hanzestad voorgoed zou veranderen.
Die veranderingen, vertaald vooral in steeds grootschaliger uitbreidingen, vertellen het verhaal van een veranderende ouderenzorg in ons land, zegt schrijver en historicus Geraart Westerink. De sloop van het gros van deze uitbreidingen de laatste zes jaar vormt het slotstuk van zijn boek ”Bouwen en breken. 125 jaar architectuur voor de Verenigde Gasthuizen”.
Grote inbreuk
De bouw van de Verenigde Gasthuizen in 1895 en 1896 werd uiteindelijk de aanzet tot de grootste inbreuk op het middeleeuwse stedelijke weefsel van Kampen. Een middeleeuwse ziekenzaal verdween en met de fusie werd ook het bouwvallige Heilige Geestgasthuis tegen de vlakte gegooid. „Schaalvergroting is van alle tijden. Wat ook een rol speelde was de steeds verder groeiende overheidsinvloed”, zegt Westerink.
De regels werden strenger, waardoor de faciliteiten constant moesten worden aangepast. In de jaren 30 breidde het complex uit met het befaamde Broekemapand, vernoemd naar de architect G. B. Broekema. Aan de Burgwal staat het bakstenen gebouw in Amsterdamse stijl tot op de dag van vandaag overeind.
In 1956 en 1957 krijgt het complex alweer een nieuwe uitbreiding, in wederopbouwstijl. „Weer werden heel leuke stukken stad gesloopt”, zegt Westerink cynisch.
Een van de lelijkste panden
Als in 1965 de Bijstandswet wordt ingevoerd, komen veranderingen in de zorg in een stroomversnelling. Het maakte dat eind jaren 70 het meest omstreden deel van het complex werd opgericht.
„Een van de lelijkste panden van de stad. Maar er waren zo veel instanties bij betrokken, zo veel eisen: er was steeds minder geld voor de aankleding”, aldus Westerink.
Het zorgcomplex lijkt dan inmiddels te groot voor de middeleeuwse, kleinschalige opzet van de Kamper binnenstad. „Maar het was vermoedelijk toch te duur voor de instelling om te vertrekken.”
Een van de hoofdredenen waren investeringen die al vanaf de 19e eeuw waren gedaan. De regenten hadden destijds veel vastgoed in de omgeving van het complex opgekocht.
Na veel discussie maakte de instelling in de jaren 80 van de vorige eeuw de sprong over de stadsgracht en bouwde verder, voor de laatste keer. De laatste vijftien jaar zijn veel van de lelijk geachte uitbreidingen van het complex gesloopt.
Zelfstandig wonen
Het nieuwe in september door prinses Margriet heropende Margaretha past beter in de stadsstructuur dan alles wat ervoor heeft gestaan, zegt Westerink.
Ook nu is de huidige tendens in de zorg weerspiegeld in de nieuwbouw: het langer zelfstandig wonen door ouderen. „Het zorggedeelte is verplaatst, dit zijn voornamelijk zelfstandige wooneenheden, met een restaurant en zaaltjes waar activiteiten worden gehouden.”
Achterafkritiek
Het is makkelijk achteraf kritiek te leveren op de afbraak van zo veel moois, zegt Westerink. Vaak is bij verbouwingen gedacht om de binnenstad te verlaten, maar telkens besloot men te blijven.
„De regenten dachten bewust aan de oudere minder mobiele mensjes die daar zaten. Die woonden midden in de maatschappij: kerk en winkel lagen om de hoek. En dat is nog steeds zo.”