Nederlands kamp ontsnapt aan ramp
De Nederlandse militairen in Irak zijn aan een ramp ontsnapt, zo is dinsdag bekend geworden. Vorige week landde een mortiergranaat boven op een slaapverblijf van enkele militairen. Het projectiel ging niet af.
Het incident zorgde onder de familieleden van de militairen in Nederland voor grote onrust.
Het Nederlandse kamp in Samawah werd vorige week in de nacht van woensdag op donderdag beschoten met diverse mortiergranaten. Het was de eerste keer dat Camp Smitty onder vuur lag. Volgens de officiële defensiemelding ontplofte er een granaat, maar werd daarbij geen schade aangericht. Een andere granaat ging niet af.
„Het ding lag wel op een slaapcontainer”, zegt een betrokkene. Als de granaat was ontploft, waren er vrijwel zeker doden gevallen.
Overste N. van der Zee, woordvoerder van de Koninklijke Landmacht, wilde woensdagmorgen niet nader op het incident ingaan. „Uit veiligheidsoverwegingen geven we niet de exacte locatie aan waar de projectielen neerkwamen. Dat speelt mensen die verkeerd willen in de kaart.”
Op Camp Smitty verblijven 750 van de ruim 1200 in Irak gelegerde Nederlandse militairen. Politici en vakbonden reageerden vorige week geschrokken op de eerste rechtstreekse aanslag op Nederlandse militairen.
De start van de Nederlandse missie in Irak vorig jaar verliep rommelig. De genie kon in verband met de bouwvakvakantie moeilijk aan materialen komen, aldus kapitein P. Floor van de genie dinsdagavond op een bijeenkomst van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV) in ’t Harde. „De airco’s die we meekregen koelden 6 graden. Terwijl het daar overdag 65 graden Celsius is.”
De genisten van de Koninklijke Landmacht moesten de weg banen voor de mariniers. Een van hun taken was het opbouwen van kampen. Die zijn groter dan vroeger, aldus Floor. „Na de vuurwerkramp in Enschede geldt dat munitie 250 meter van de verblijven moet liggen.”
Alles leek nogal gehaast te verlopen. „Onze spullen vlogen naar Koeweit en wij kwamen in de Iraakse havenstad Basra terecht. Toen we bij onze voertuigen waren, bleek er in Koeweit alleen maar benzine te koop. Terwijl de landmacht op diesel rijdt.”