„Overheid kan veel meer doen tegen alcoholmisbruik”
De overheid kan alcoholgebruik veel effectiever tegengaan dan ze nu doet, stelt het dinsdag gepresenteerde alcoholmanifest. Auteur mr. dr. Rob Bovens van hogeschool Windesheim in Zwolle pleit voor veranderingen in stapjes.
Met de verkiezingen van 2017 in het vooruitzicht hopen elf gezondheidsorganisaties de standpunten van politiek partijen te beïnvloeden. Zij stellen dat ze in hun werk de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik dagelijks terugzien.
Wat merkt Windesheim daarvan?
Bovens, verbonden aan het lectoraat verslaving aan de Zwolse hogeschool: „Onderzoek laat zien dat 70 procent van de studenten een risico loopt op studievertraging of -uitval door overmatig drank- en drugsgebruik. Er is geen eenduidig antwoord te geven op de vraag wanneer een student precies in de gevarenzone zit. Wel staat vast: hoe meer glazen per week een student drinkt, hoe groter de kans dat hij moet stoppen met zijn studie of vertraging oploopt.”
De mogelijkheden voor een effectieve aanpak liggen voor het grijpen, stelt het manifest. Wat moet er gebeuren?
„In de jaren zestig werd elke dag nog een half glas per hoofd van de bevolking gedronken. Nu slaan we gemiddeld 2,5 glazen per dag achterover. Dat komt doordat er op meer plekken drank beschikbaar is. Wil je alcoholgebruik tegengaan, dan zul je het aantal verkooppunten moeten beperken: geen drank in de supermarkt, maar alleen bij de slijter.
Daarnaast zijn de prijzen gelijk gebleven en wordt er ontzettend veel reclame gemaakt. Wij pleiten voor minimumprijzen. Aanbiedingen worden vaak onder de kostprijs verkocht. Soms is bier goedkoper dan een flesje water. Het is de vraag of je wel reclame voor alcoholische drank moet uitzenden. Het reclameverbod op tabak heeft gezorgd voor minder rokers.”
Wat houdt de overheid tegen om dit probleem effectief aan te pakken?
„In een samenleving waar 80 procent van de mensen drinkt, maak je je niet populair als je alcoholgebruik aan banden wilt leggen. Ja, de man in de goot en de automobilist die onder invloed een dodelijk ongeluk veroorzaakt, dáár moeten we wat aan doen, vinden mensen – maar verder niet. Bovendien heeft de overheid zelf economische belangen door de accijnzen en exportverdiensten. Naar mijn idee onderschat de politiek de financiële nadelen. Drank levert ook een heleboel sores op in gezinnen en zorgt voor sociale ontwrichting.”
Hoe kunnen politieke partijen dit verhaal in campagnetijd verkopen aan hun kiezers?
„Het zou goed zijn als politici en beleidsmedewerkers meedoen aan ons programma IkPas, waarbij deelnemers dertig dagen lang geen alcohol drinken. Kamerleden zouden hun ervaringen kunnen delen via sociale media. Zij moeten eerst zelf overtuigd zijn, willen ze de wereld verbeteren. Zodra we moralistisch met het vingertje zwaaien, gaan de hakken in het zand.
Verandering gaat vaak stapsgewijs. Je zou kunnen beginnen met een reclameverbod op plekken waar zich veel jeugd ophoudt. Zo ging het met roken ook: eerst werd dat verboden in sommige coupés, toen in de hele trein, daarna op het werk en nu hebben we rookvrije horeca.”
Het manifest stelt dat er te veel verantwoordelijkheid bij de gemeenten ligt. Waarom werkt dat niet?
„Gemeenten zijn concurrenten van elkaar. Zo wil Zwolle zich aan studenten presenteren als bruisende stad. Daarom is er één landelijke lijn nodig.
Vooral in kleinere gemeenten kunnen belangen door elkaar lopen. Bijvoorbeeld omdat de toezichthouder en de eigenaar van een horecabedrijf of supermarkt bekenden zijn. In sommige dorpen worden controleurs herkend in de supermarkt. Toezicht kan beter regionaal geregeld worden.
Door de leeftijdsgrens van 18 jaar voor het kopen van alcohol is al veel winst geboekt. Maar ook ouders moeten jongeren tegen zichzelf beschermen. Als zij het negatieve voorbeeld blijven geven, zullen jongeren dat gedrag blijven kopiëren. Geef hun geen biertje voor hun achttiende.”