Bewoners hielpen met een hooivork mensen vangen
„In Dordrecht en Hardinxveld zijn ze eigenwijs, in Gorinchem en Leerdam zijn de mensen heel toegankelijk.” Johan den Hartog (60) uit Leerbroek was jarenlang politiechef in Leerdam, Gorinchem en de Vijfheerenlanden. Onlangs nam hij afscheid.
Den Hartog ging bij de politie omdat hij dienstbaar wilde zijn. „Het is fijn om je in te zetten voor de samenleving. Bovendien bleek dat God me talenten schonk om dit werk te doen. Daarnaast is het een mooi beroep met veel uitdagingen.”
De politieman begon zijn loopbaan in 1974 in Dordrecht. Zeven jaar later verkaste hij naar Leerdam, waar extra dienders werden aangesteld vanwege de onrust in de Molukse wijk. Den Hartog bleef in de regio werken, vanaf 2000 als teamchef.
Geboren en getogen in de streek kent hij de inwoners als zijn broekzak. „In Dordrecht en Hardinxveld zijn ze eigenwijs, in Gorinchem en Leerdam zijn de mensen heel toegankelijk. Als je hen correct bejegent, accepteren ze gezag. In Zederik merk je de calvinistische inslag. Veel mensen zijn er nog gezagsgetrouw en komen zelfs aan de deur om zaken door te geven.”
Vluchtweg
Een paar incidenten staan in het geheugen van de Leerbroeker gegrift. Zoals de aanslag op de Centrumdemocraten van Janmaat in hotel Cosmopolite in Kedichem in 1986. „We hebben die middag 100 arrestaties verricht. De demonstranten hadden geen vluchtweg. Ze zochten een goed heenkomen door de weilanden, sprongen over hekken en banjerden door sloten. Omwonenden hielpen met hooivorken om ze te vangen.”
Tijdens de jaarwisseling van 2007 en 2008 schoot Den Hartog een gezin in Leerdam te hulp. Hun woning werd door boze Molukse jongeren bestookt met een vuurwerkbom, een politiebusje werd onthaald op stenen en een burgervoertuig van de politie ging in vlammen op. Pas een halfuur later wist een ME-groep Den Hartog en het gezin te ontzetten.
„Achteraf ben ik blij dat ik zelf die woning binnen ben gegaan. Ik werd door diverse jongens herkend. Bovendien kende ik die locatie en wist dat we door een steeg weg konden komen als het echt mis zou gaan.”
Als jonge ME’er maakte Den Hartog de onrust rond de inhuldiging van koningin Beatrix mee in Amsterdam en de gijzeling van een schoolklas in Bovensmilde en incidenten in Amsterdam rond kraakpanden, metro en Stopera.
Kinderen
Geraakt werd de politieman door situaties waarbij kinderen om het leven kwamen. „Bij een brand in Dordrecht probeerden we drie kinderen te redden. We doopten een zakdoek in het water en wilden naar binnen. Toen stortte de trap in. Het duurde voor mijn gevoel zo lang tot de brandweer kwam. Later bleek dat de kinderen gestikt waren.
In Schoonrewoerd verdronk een jongetje. In Dordrecht en Leerdam kwamen kinderen om bij aanrijdingen. Het zijn zwarte bladzijden in m’n loopbaan. Ik heb die dingen door mijn geloof kunnen verwerken. Daarnaast was er thuis een klankbord.”
De levensovertuiging van Den Hartog –hij was 26 jaar ambtsdrager was in hervormd Leerdam– speelde een grote rol bij zijn werk. „Door eerlijk en betrouwbaar te zijn en menselijk leiding te geven, kun je iets van je geloof doorgeven. Zonder het mensen op te dringen, kon ik soms over het Evangelie spreken en collega’s of burgers houvast bieden.”
Milde zegen
”De bouwman wacht van ’s Heeren hand een milden zegen op het land”, staat op een tegeltje dat in de woonkeuken van Den Hartog hangt. Die milde zegen ondervond hij in werk en gezin.
„Ik ben een dankbaar mens. Alles wat ik heb willen doen, heb ik gedaan. Het leidinggeven ging me goed af, met de collega’s kon ik prima opschieten. Met elkaar een klus klaren, is het mooiste wat er is.
Ik ben nauwelijks ziek geweest. Wel onderging ik in 2002 een operatie vanwege een hersentumor. Elf uur zijn artsen met me bezig geweest Ik ben genezen door de sparende hand van onze Schepper. Ik heb er veertien jaar bij gekregen en hoop nog een poosje gezond te mogen blijven.”