De wethouder lag onder vuur door zijn handelwijze inzake het ontslaan van een conciërge na verdenking van seksueel laakbaar gedrag op de plaatselijke openbare basisschool De Kameleon.

Een wethouder die als ouder betrokken is en een klacht indient; die bovendien in een heel vroeg stadium de lokale pers inlicht en daarover later liegt, kun je die nog vertrouwen? Dat waren de centrale vragen van het CDA gisteravond tijdens de gemeenteraadsvergadering.

Als vader van twee dochters diende Berkhout in december vorig jaar een klacht in over het gedrag van de conciërge. Hierop heeft de directeur, zonder de vertrouwenspersoon in te lichten „omdat die nog in opleiding was”, een gesprek gehad met de conciërge.

Nadat in maart nieuwe klachten binnenkwamen, besloot de directeur, opnieuw zonder de vertrouwenscommissie in te schakelen, op vrijdag 19 maart tot het definitief verwijderen van de conciërge. Dit besluit is door de vertrouwenscommissie en de wethouder -als gemandateerd bestuurder- op de daaropvolgende woensdag bekrachtigd.

Op dinsdag 23 maart belde Berkhout met de lokale pers en gaf volledige opening van zaken. Tegenover gemeenteraad, ouders en directie van de school zei hij later dat hij door de journalist werd opgebeld en dat hij niet weet hoe het bericht in de krant is gekomen. Later die week plaatste de wethouder in het Doornse weekblad De Kaap „op eigen titel en eigen kosten” een grote advertentie met een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst voor de ouders van de basisschoolleerlingen.

Het CDA neemt het de wethouder kwalijk dat de conciërge is ontslagen „zonder dat het principe van hoor en wederhoor is toegepast. Bovendien is de conciërge ontslagen voordat B en W waren ingelicht. Tegen de conciërge is geen aangifte gedaan”, aldus W. Stegeman, woordvoerder van het CDA dinsdagavond. De wethouder heeft volgens hem „de schijn van vooringenomenheid en partijdigheid gewekt.”

VVD-woordvoerder P. C. van der Zee verwijt het CDA het stimuleren van een mediahype. Ook de VVD diende dinsdagavond een motie in tegen haar wethouder, echter niet van wantrouwen maar van afkeuring. „Er zijn veel fouten gemaakt door de wethouder. Ik weet niet of hierna nog meer zaken naar buiten komen. De wethouder regeert als een eenling binnen het geheel. Zijn handelwijze moet onmiddellijk veranderen.”

G. Lindijer van de fractie GroenLinks/PvdA wilde graag een beoordeling door een externe onafhankelijke commissie. Ook stelde zijn fractie vragen bij het tot in detail informeren van de pers.

G. Boonzaaijer van de fractie SGP/ChristenUnie was uiterst kritisch richting wethouder. „De wethouder heeft niet gehandeld volgens het daarvoor geldende protocol. Uit zijn optreden blijkt dadendrang en onverantwoord handelen.”

Volgens burgemeester Reeringh, die de wethouder de hand boven het hoofd hield, is ten onrechte het idee gewekt dat de pers zou zijn ingelicht. Die zou namelijk zelf „al lucht van de zaak” hebben gekregen. „Er is een onontkoombare trits van gebeurtenissen in gang gezet.” Dat er geen aangifte is gedaan, betekent volgens de burgervader niet dat er geen sprake is van „laakbaar gedrag.”

De motie van het CDA werd uiteindelijk met 7 tegen 6 stemmen verworpen en de motie van de VVD met 9 tegen 4 stemmen aangenomen. Wethouder Berkhout was na afloop van de gemeenteraadsvergadering niet beschikbaar voor commentaar.