Bewoners zorghuizen hebben te weinig inspraak
Veel Nederlandse verpleeg- en verzorgingshuizen geven hun bewoners te weinig inspraak in het beleid. Dat leidt vaak tot onvrede bij de cliënten, zo blijkt uit onderzoek dat dinsdag door de Stichting Cliënt en Kwaliteit is uitgebracht.
De stichting die onderzoek doet naar de positie van cliënten in de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen, onderzocht vorig jaar de kwaliteit bij 276 zorginstellingen in Nederland. Ruim 10.000 bewoners of contactpersonen gaven hun mening over de zorg en dienstverlening in verzorgings- en verpleeghuizen.
Van de onderzochte verzorgingshuizen bleek 17 procent goed te scoren op het punt van de inspraak van cliënten, 58 procent presteerde middelmatig en 25 procent slecht. Van de onderzochte verpleeghuizen presteerde 17 procent goed, 61 procent middelmatig en 22 procent slecht.
„Bij instellingen in het bovenste segment hebben de bewoners meer gelegenheid om mee te bepalen hoe de zorg verleend wordt en om mee te praten over besluiten die van invloed zijn op hun woon- en leefsituatie”, aldus directeur D. Burck van Cliënt en Kwaliteit. „Tegelijkertijd is de inspraak, samen met de informatievoorziening, bij het merendeel van de instellingen het meest voor verbetering vatbaar. Instellingen die de kwaliteit willen verbeteren moeten dus de bewoners zeggenschap geven over dingen die voor hen belangrijk zijn.”
De Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC), is niet verbaasd over de uitkomsten van het onderzoek. „Het strookt met de ervaringen van cliëntenraden”, aldus LOC-directeur P. Vermijs. „Beleving van kwaliteit van zorg wordt sterk bepaald door de mate waarin mensen invloed kunnen uitoefenen op hun woon- en leefsituatie. Als de zorg beter is afgestemd op de mensen om wie het gaat, individueel via een gesprek voor een zorgplan, zijn cliënten eerder tevreden met de verleende zorg.”
De LOC vertegenwoordigt 1700 cliëntenraden van thuiszorginstellingen, woonzorgcentra, verzorgings- en verpleeghuizen.