College Veenendaal wil verder zonder ProVeenendaal
Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal verkeert in een vertrouwenscrisis. De coalitiepartijen SGP, D66, VVD en CDA willen hun samenwerking voortzetten zonder de lokale partij ProVeenendaal.
Wethouder Beckerman van ProVeenendaal heeft niet meer het vertrouwen van de andere vier wethouders. Met name grote verschillen in taakopvatting en werkwijze hebben volgens hen tot een onwerkbare situatie geleid. De fractie van ProVeenendaal weigert een vervanger voor Beckerman aan te wijzen.
Al kort na het aantreden van het college in 2014 waren er de eerste strubbelingen, schrijven de wethouders in een verklaring. “Er is veel tijd en energie geïnvesteerd om tot verbetering van de samenwerking te komen, maar dat heeft helaas niet de gewenste verandering gebracht. Het moment is gekomen waarop geconstateerd moet worden dat het zo niet langer kan. De bestuurbaarheid van onze gemeente komt ernstig in gevaar.”
Beckerman nam onvoldoende verantwoordelijkheid op de inhoud van dossiers, aldus de wethouders. “Verder maakte hij te weinig onderscheid tussen de individuele belangen van inwoners en bedrijven versus de algemene beleidsuitgangspunten. Ook opereerde hij als manager en volksvertegenwoordiger en niet als bestuurder, wat van een wethouder mag worden verwacht.”
ProVeenendaal wijst er in een reactie op dat bestuurlijke verandering een belangrijk agendapunt voor het college was. “Er is nu echter voor gekozen om de meest veranderingsbewuste wethouder buitenspel te zetten.”
SGP, D66, VVD en CDA willen tot aan de raadsverkiezingen over anderhalf jaar het bestaande collegeprogramma blijven uitvoeren. “We vertrouwen op een constructieve samenwerking met de andere partijen in de gemeenteraad”, aldus de fractievoorzitters. De raad spreekt donderdag over de bestuurscrisis en een motie van wantrouwen tegen Beckerman. Met het vertrek van de ProVeenendaal-wethouder steunt het college slechts op een raadsminderheid van 15 van de 33 zetels. Met de drie zetels van ProVeenendaal erbij heeft de oppositie 18 zetels. Daarmee is het voortbestaan van het college allerminst zeker.