Voortijdige uitval mbo gehalveerd
De schooluitval uit het mbo is de laatste tien jaar teruggelopen van 10,8 procent naar 5,4 procent. Dat becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) . Volgens een woordvoerster hebben de inspanningen van de overheid en van scholen zelf dus duidelijk resultaat gehad.
In Friesland verlaten de minste leerlingen het mbo te vroeg: 3,4 procent. Ook in Drenthe en Overijssel verlaten relatief weining mbo’ers hun school. In Noord- en Zuid-Holland is de uitval met meer dan 6 procent gemiddeld het hoogst. In de grote steden en hun omgeving daar ligt het percentage zelfs nog iets hoger.
Jongens met een niet-westerse achtergrond stoppen het vaakst zonder dat ze een startkwalificatie (ten minste een diploma op mbo-niveau 2 of een havo- of vwo-diploma) hebben, constateerde het CBS.
In schooljaar 2014/2015 volgden bijna 389.000 jongeren tot 23 jaar een mbo-opleiding. Een jaar later waren er ruim 21.000 zonder startkwalificatie vertrokken.