In Barneveld loopt AutoMaatje al anderhalf jaar, in Woerden ruim een jaar. Sinds kort doet ook de Utrechtse gemeente Ronde Venen (Mijdrecht en omgeving) mee. AutoMaatje wordt nu in fasen landelijk uitgerold, zegt ANWB-woordvoerder Markus van Tol. „We verwachten dat we komend voorjaar in zeker tien gemeenten aan de slag zijn, in samenwerking met plaatselijke welzijnsorganisaties en de lokale overheid.”

In Barneveld en Woerden samen zijn er inmiddels wekelijks zo’n 70 AutoMaatje-ritten, aldus Van Tol. „Dat aantal neemt nog steeds toe. Circa 250 personen maken er min of meer structureel gebruik van. Daar zijn zo’n 50 chauffeurs bij betrokken. Even boodschappen doen, naar de huisarts, het ziekenhuis of de kapper of een keer naar een ver weg wonend familielid is er vaak niet bij voor ouderen of mensen met gezondheids- of financiële problemen. Geen vervoer betekent dat ze in een isolement kunnen komen te zitten, met alle sociale problemen van dien. Met een simpele formule houdt AutoMaatje hen mobiel, zo is gebleken.”

In een debat in de Tweede Kamer over de Taxiwet noemde staatssecretaris Dijksma (infrastructuur en milieu) dit voorjaar AutoMaatje als een van de initiatieven die goed inspelen op de mobiliteitsvraag in regio’s waar openbaar vervoer en regulier taxivervoer niet langer rendabel zijn.

AutoMaatje ontlokte aanvankelijk, vooral in de gemeente Woerden, kritiek uit de taxibranche. Er zou sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Ook spraken taxibedrijven hun zorg uit over de veiligheid van de autoritten door vrijwilligers. Taxi’s en taxichauffeurs moeten aan diverse eisen en verzekeringen voldoen, terwijl voor vrijwilligers geen specifieke veiligheidseisen gelden. Van Tol: „De doelgroep van Automaatje maakt normaal geen gebruik van taxivervoer. Het gaat ook niet om enorme aantallen. Onze dienst stoot de taxibedrijven dus niet het brood uit de mond.”

Brancheorganisatie Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) heeft geen moeite met AutoMaatje, laat secretaris Hubert Andela weten. „Noch de ANWB noch de vrijwillige chauffeurs verdienen eraan. De tegemoetkoming van 30 cent per kilometer die vrijwilligers in hun autokosten krijgen is minder dan de optelsom van de variabele kosten van een auto. Ze blijft daarmee binnen de wettelijke spelregels die in ons land voor vrijwilligersvervoer gelden.”