Zijinstromer uit bedrijfsleven werd directeur basisschool
Vierendertig jaar werkte J. van der Tang in het betalingsverkeer. Op zijn 57e werd hij directeur van een basisschool. „Je moet wel je beperkingen weten. Ik ga niet tegen een leerkracht zeggen: Volgens mij kun je het beter zo doen.”
De VGS houdt vanwege het directeurentekort op reformatorische scholen oriëntatiebijeenkomsten voor mensen van buiten het onderwijs: op 6 oktober in Ridderkerk, op 11 oktober in Nunspeet.
Directeur-bestuurder Van der Tang van de Stadhouder Willem III-school in Ede maakte de overstap begin dit jaar noodgedwongen, maar nuanceert dat direct. „Ik heb mijn werk altijd met plezier gedaan, dus ik had geen behoefte aan iets anders. Maar ik had al wel bedacht: Als het hier ophoudt, wil ik graag iets gaan doen waarin ik iets voor mensen kan betekenen.”
De Kootwijkerbroeker werd in 1981 arbeids- en bedrijfskundige, in 1985 programmamanager, in 1994 teammanager. En eigenlijk is hij dat nu allemaal tegelijk. „Een basisschooldirecteur heeft een veelomvattende functie. Na negen maanden ben ik dat nog volop aan het ontdekken.”
Van der Tang werkte voor de BankGiroCentrale, die zich later Interpay noemde. Het bedrijf, in Amsterdam en Leusden, groeide tot 2800 man. „Vanwege de invoering van de euro meende men echter dat het nog groter moest. Door een fusie met een Duits en een Italiaans bedrijf –waarvan ik geen voorstander was– kwam Equens tot stand. Drie culturen binnen één bedrijf bleek niet goed werkbaar, dus we moesten krimpen. Ook een deel van het management moest weg en begin 2015 stond ik op straat.”
Het onderwijs trok Van der Tang aan omdat hij het kende. Hij was dertien jaar schoolbestuurslid in Kootwijkerbroek, het grootste deel van die periode als secretaris. Sinds 2013 is hij SGP-fractieleider in de Barneveldse gemeenteraad. „Ik kende de termen, ik kende zelfs de inspecteur. Dat helpt wel. Daarnaast ervaar ik veel steun van de VGS.”
Afgelopen januari kon Van der Tang in Ede aan de slag. Een grote overgang? „Je moet wel het vermogen hebben je aan te passen, een open oor hebben voor wat er leeft en niet proberen een bedrijfscultuur in te voeren. We hebben twee goede twee teamleiders; zij hebben onderwijservaring, en zij sturen de leerkrachten aan. Ik heb wel met alle –bijna vijftig– personeelsleden een kennismakingsgesprek gevoerd. Hun gemiddelde leeftijd is 30 en de vorige directeur was veel jonger dan ik, maar gelukkig ben ik er soepel ingegroeid. Na een paar maanden zei iemand: „Het is net alsof je hier al veel langer loopt.” Dat deed me goed.”
De reformatorische school in Ede telt ruim 430 leerlingen en groeit nog licht. „Ik trof een school aan waar veel heldere afspraken zijn vastgelegd. Als je eerst orde op zaken moet stellen, is dat wel lastig als je geen ervaring hebt.”
Toch was de startperiode intensief. „Je hebt tijd nodig om te ontdekken hoe iets in elkaar steekt. Een notitie schrijf je maar niet even uit de losse pols.”
Van der Tang ervaart het als een voorrecht dat hij in Ede aan de slag kon. „Ik heb in het bedrijfsleven veel benoemingen gedaan. Brieven van sollicitanten die al vijftig waren geweest, gingen op een aparte stapel. Daar keek je pas naar als je niemand anders kon vinden. Zelf heb ik op mijn 57e zo’n mooie baan gekregen.” En het voorzag in een behoefte, gezien het directeurentekort. „Laten we samen zuinig zijn op het reformatorisch onderwijs.”
Financieel was het een behoorlijke stap achteruit. „Dat kan voor mensen uit het bedrijfsleven een belemmering zijn. Maar je krijgt er veel voor terug. Contact met leerlingen die hier binnenlopen. Ik neem soms ook bewust deel aan een informele activiteit, zoals de fietsdag van groep 8. Dat levert je naast leuke gesprekken ook nuttige informatie op.”