Met Peres is de droom van vrede in het Midden-Oosten niet verdwenen
Shimon Peres was niet zomaar een dromer. Hij wist zijn dromen uit te laten komen. Lukt het op deze manier niet, probeer het dan op een andere manier. Zo was hij dienstbaar aan de opbouw van Israël als sterke militaire macht. En mede dankzij hem is Israël een hightech natie geworden.
Maar niet al zijn dromen gingen in vervulling. Hij zag een modern Midden-Oosten, dat zich zou richten op vooruitgang in plaats van op oorlog. Daarin paste dat Israël een vredesregeling zou treffen met de Palestijnen.
Aanvankelijk leek het de goede kant op te gaan. In 1992 kreeg Israël een kabinet onder leiding van Yitzhak Rabin, die zich in zou spannen voor vrede. Peres was toen minister van Buitenlandse Zaken, Yasser Arafat de leider van de Palestijnen.
Peres was in 1993 nauw betrokken bij de totstandkoming van het eerste Oslo-akkoord. Israël en de Palestijnse Bevrijdingsbeweging erkenden elkaar. Ze zouden hun geschillen oplossen door te onderhandelen. De eerste fase bestond uit een autonomieperiode van vijf jaar. De tweede fase van een permanent vredesakkoord had daarop moeten volgen. Het wachten duurt tot op de dag van vandaag.
Het Oslo-proces strandde namelijk. Op 10 mei 1994 al beloofde Arafat zijn gehoor in een moskee in Zuid-Afrika dat „de jihad zal doorgaan.” Dat jaar vormde ook het begin van de kamikazeterreur. Bussen werden opgeblazen door moslimfanatici die snel het paradijs wilden bereiken.
In november 1995 volgde Peres Rabin op, nadat die op een vredesbetoging in Tel Aviv werd doodgeschoten. Peres leek populairder dan ooit. Maar opnieuw sloegen terroristen toe. In Jeruzalems Jaffastraat werden begin 1996 binnen een week twee stadsbussen uit elkaar gereten, met in totaal 45 doden als gevolg. Bij een explosie in Tel Aviv vielen 13 doden.
Arafat trad onvoldoende op tegen terreur. Hij versterkte daarmee politiek rechts in Israël. In mei 1996 versloeg Benjamin Netanyahu Shimon Peres met een kleine minderheid van 30.000 stemmen.
Israëlische en Palestijnse delegaties voerden ook intensief overleg onder Ehud Barak, premier van 1999 tot 2001. Maar de poging een vredesverdrag te sluiten mislukte. In september 2000 brak een nieuwe Palestijnse opstand uit. Een lange reeks aanslagen kenmerkte de jaren die volgden. De rechtse partijen werden sterker en namen de macht over. Tegelijkertijd ebde aan de Palestijnse kant het vertrouwen weg door de uitbreiding van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
Het is makkelijk om de visie van Peres als irrelevant ter zijde te schuiven. Maar feit is dat Israël in de jaren 90 van de vorige eeuw aan tafel zat met Arabische landen om over regionale problemen te praten. Sinds 1994 is vrede met Jordanië een feit. Peres’ visie leeft voort. Er blijven burgers en politici aan beide zijden die zich in zullen spannen voor vreedzame relaties. Het is te hopen dat ze snel voldoende invloed krijgen.