Jubilerend Rehoboth wil er zijn voor achterban en wijk
Vijftig jaar terug verrichtte toenmalig Commissaris van de Koningin Van Aartsen in Goes de officiële opening van rusthuis Rehoboth, inmiddels onderdeel van de reformatorische zorginstelling Cedrah. Bestuurder T. A. Stoop blikt vooruit.
Met de benoeming van Stoop (48) kreeg Cedrah in 2014 een ervaren bestuurder aan het roer, die houdt van geschiedenis. Een papiertje met de belangrijkste feiten en cijfers rond de organisatie ligt voor het gesprek dan ook al klaar.
Cedrah ontstond in 2013 uit een fusie tussen twee organisaties, die ooit begonnen onder de namen Stichting Rusthuizen der Gereformeerde Gemeenten in Zeeland en Stichting Gereformeerde Zorgcentra-Zuid-Holland. De organisatie exploiteert zeven woonzorgcentra en drie serviceflats, gelegen tussen Moerkapelle en Middelburg, en heeft zo’n duizend werknemers in dienst. „Omgerekend zijn het zo’n 450 fulltimearbeidskrachten”, zegt Stoop.
Het woon- en zorgaanbod van de instelling is divers; ook op de jubilerende locatie Rehoboth: 24 aanleunwoningen, 40 plaatsen voor verzorging en 20 plaatsen voor verpleging, waaronder een gesloten afdeling. „Een bewuste keus”, zegt Stoop. „Onze bewoners kiezen voor ons vanwege ons reformatorisch identiteitsprofiel. Stel dat ik zou zeggen: Uit doelmatigheidsoogpunt zou het beter zijn om hier geen dagbesteding meer te doen en daar geen verpleeghuiszorg meer, dan zet ik daarmee de doelgroep in de kou. Dat kan natuurlijk niet.”
In een het programmaboekje voor de jubileumactiviteiten roemt de Goese SGP/CU-wethouder Van der Reest Rehoboth om de open en uitnodigende houding richting wijkbewoners en andere instellingen. „Gemeenten zien instellingen als de onze in toenemende mate als partners in de uitvoering van het gemeentelijk welzijnsbeleid”, reageert Stoop, die bijna twaalf jaar SGP/CU-wethouder was in Hendrik-Ido-Ambacht. „Tegen die achtergrond zijn we in april in Rehoboth een restaurant begonnen dat mede fungeert als ontmoetingsplek voor mensen uit de buurt. Daarbij vragen we hen onze identiteit te respecteren. Dat betekent dus dat na het eten de Bijbel opengaat en dat de maaltijd wordt afgesloten met gebed. Het is een enkele keer voorgekomen dat een bezoeker dat niet afwachtte en meteen na de maaltijd vertrok.”
Door het huidige kabinetsbeleid kunnen ouderen minder snel in een instelling terecht. Stoop: „Als Cedrah spelen we daar op in door vrijstaande appartementen te verhuren aan ouderen die nog geen zorg nodig hebben of nog niet voor een opname in aanmerking komen, maar wel vast bij een zorginstelling willen wonen. Zo genieten zij een behoorlijke mate van zelfstandigheid en zijn zorg en diensten indien nodig binnen handbereik. In ons identiteitsprofiel hebben we opgenomen dat we in de algemene ruimten en in de huiskamers van de kleinschalige woongroepen geen tv hebben, omdat we het gebruik van televisie afwijzen. Volgt een klant in de persoonlijke leefsfeer tv-programma’s, dan mag dat voor het personeel niet belemmerend zijn. Daarom vragen we klanten geen tv te kijken tijdens de zorg- en dienstverlening.”
Cedrah toekomstbestendig maken, een solide vastgoedbeleid voeren; welke prioriteiten heeft de bestuurder nog meer? Stoop: „Onze reformatorische identiteit kent verschillende uiterlijke verschijningsvormen. Cruciaal is echter dat de essentie van onze identiteit voor de bewoners zichtbaar en merkbaar is. Cedrah is er voor de dementerende bewoner die tijdens het Bijbeluur opeens gaat meezingen als er een psalm wordt opgegeven. Voor de oude baas die tegen mij zegt: „Weet u wat zo mooi is? Dat ik hier met anderen kan spreken over wat het betekent als je de Heere vreest.”
Voor de toekomst willen we dat waarborgen; dat er voor hulpbehoevende ouderen een woonomgeving met een reformatorische leefsfeer is en blijft. Dat kunnen we niet alleen. Zonder vrijwilligers en mantelzorgers is er geen Cedrah. Hun inzet en betrokkenheid is van cruciaal belang.”