Dat zei oud-premier Van Agt (CDA) donderdagavond in een interview in het tv-programma NOVA. Het is in de Nederlandse politieke verhoudingen hoogst ongebruikelijk dat een oud-premier een opvolger dusdanig bekritiseert.

Zelf stond Van Agt als premier, van 1977 tot 1982, ook bekend om zijn volgzaamheid jegens Amerika. Maar dat was volgens hemzelf „een andere tijd”, vooral vanwege de Koude Oorlog. Hij noemde de Amerikaanse president van destijds, Carter, een uiterst redelijke man. Volgens Van Agt hebben de VS zich vroeger nimmer zo „arrogant” opgesteld als nu onder Bush.

Van Agt gaf toe dat zijn denken sinds zijn afscheid van de landelijke politiek niet stil heeft gestaan. Inmiddels is hij veel kritischer over Israël en veel meer op de hand van de Palestijnen dan toen.

Opmerkelijk was gisteravond ook Van Agts visie op de situatie in Irak. Volgens de oud-premier hadden de Amerikanen en de Britten nooit de aanval moeten openen. „Het werd al vrij snel duidelijk dat er voor de oorlog geen enkele reden bestond die deugde”, aldus Van Agt. De Nederlandse troepen moeten wat hem betreft zich zo snel mogelijk terugtrekken uit Irak.

Het kabinet besluit volgende maand over verlenging van het verblijf van de Nederlandse militairen als de speciale VN-gezant Brahimi zijn rapport over de mogelijke rol van de VN heeft uitgebracht. Minister Kamp (Defensie) zei vorige week in de Tweede Kamer dat een vertrek van de Nederlandse troepen erg zou zijn voor de Iraakse bevolking.