„Brabander moet niet meer wegkijken”
Een taskforce. Dat was het antwoord van Zeeland en Brabant in 2010 op „ondermijnende criminaliteit.” De aanpak van drugsgerelateerde criminaliteit werkt maar het kan nog beter, blijkt uit vandaag gepubliceerd onderzoek van het Verwey Jonker Instituut in Utrecht.
Criminaliteit rond hennepteelt, synthetische drugs en motorbendes. Betrokken partijen zoals gemeenten, politie en openbaar ministerie waren de overlast hiervan in 2010 meer dan zat. Een taskforce werd opgetuigd. Organisaties in het zuiden en zuidwesten van het land sloegen de handen ineen om de criminaliteit grens- en provincieoverschrijdend aan te pakken.
Met succes, stelt het rapport ”Impulsen tegen ondermijning” vandaag. Belastingdienst, OM, politie, gemeente en regionaal informatie- en expertisecentrum (riec) weten elkaar te vinden.
Ook is er meer samenwerking met andere partijen dan verwacht.
Niet alles gaat even goed, concluderen de opstellers van het rapport. Tussen ”oost en west” (Oost-Brabant en Zeeland/West-Brabant) zijn cultuurverschillen. ”West” gaat voor „korte klappen”, terwijl Oost-Brabant meer gericht is op de wat langere termijn. „Een korte klap moet ook raak zijn.”
Een geïnterviewde vindt dat de overheid meer gebruik moet maken van de oren en ogen van burgers. „Zij kunnen een signaalfunctie hebben.”
Een politieagent stelt dat „Brabanders moeten stoppen met wegkijken. Daar win je het mee op lange termijn. Strafrecht is niet waar je het mee wint.”