School mag onderzoek seksfilmpje weigeren
Het ROC West-Brabant hoeft niet mee te werken aan het onderzoek naar wie een intussen veelbesproken seksfilmpje van Chantal uit Werkendam op internet heeft gezet. Dat heeft de rechtbank in Breda woensdag bepaald in deze slepende wraakpornozaak. De school weigert hulp bij het doorzoeken van computergegevens, omdat het de privacy van scholieren niet wil schenden.
Volgens de rechter heeft Chantal „niet aannemelijk kunnen maken” dat er geen andere manieren zijn om de identiteit van de plaatser te achterhalen. Er loopt immers nog steeds een strafrechtelijk onderzoek dat opheldering kan bieden. Hoewel dit onderzoek volgens Chantal nu stilligt, zijn de beschikbare computergegevens ‘bevroren’ zodat deze beschikbaar voor onderzoek blijven, motiveert de rechter.
Chantal eiste in een kort geding dat de school moest meewerken. Het IP-adres waar vanaf het gewraakte filmpje werd gepubliceerd, blijkt na onderzoek in gebruik bij een bedrijf dat ICT-diensten verleent aan scholen in onder meer Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom van ROC West-Brabant.
De rechter vindt dat Chantal en haar advocaat alleen toestemming hadden kunnen vragen om de gegevens te krijgen van zes leerlingen van wie ze het vermoeden hebben dat ze het filmpje mogelijk hebben geplaatst. Hun eis is alleen gericht op het kunnen neerleggen van een schadeclaim, vindt de rechter. „Het onrechtmatig handelen, hoe verwerpelijk ook, is al geruime tijd voorbij.”
Het filmpje werd in januari vorig jaar op Facebook geplaatst. Het is gemaakt door de ex van Chantal, maar die ontkent dat hij het op internet heeft gezet. Het filmpje is veel bekeken en verder verspreid.
„Chantal is erg teleurgesteld”, reageert haar advocaat Thomas van Vugt. „Ze moet nu terug naar de politie, maar die doet al een half jaar niets.” De advocaat gaat de politie nu vragen achter de gegevens aan te gaan. Deze uitspraak is volgens Van Vugt slecht voor de slachtoffers van wraakporno. „Het is nu niet te achterhalen wie dit een slachtoffer heeft aangedaan. De dader is de lachende derde.”
De advocaat weet nog niet of Chantal in hoger beroep gaat.