Ombudsman: communicatie met burger moet beter
Als het om omstreden projecten gaat, zoals de komst van een asielzoekerscentrum, moeten gemeenten beter communiceren met omwonenden. Ze moeten zich beter voorbereiden, meer uitleg geven en beter luisteren naar wat de burgers zeggen. Dat meldt de Nationale ombudsman in een dinsdag verschenen rapport.
Ombudsman Reinier van Zutphen onderzocht de communicatie rond de bestemming van de leegstaande Prins Willem-Alexanderkazerne in Gouda, waar eerst een moskee en later een azc in zou komen. Die plannen zorgden voor veel onrust, vernielingen en ook is de burgemeester bedreigd.
Wijkbewoners hadden bij de ombudsman geklaagd dat de gemeente haar zin wilde doordrukken en dat ze over de plannen niet juist en niet genoeg waren geïnformeerd. Volgens Van Zutphen is het moeilijk voor gemeenten om draagvlak te krijgen voor een besluit dat gevolgen kan hebben voor de directe woonomgeving van mensen. Die hebben daar vragen over, of maken zich zorgen. Van Zutphen: „Gemeenten moeten met burgers het gesprek voeren over wat ze nodig hebben om een azc aanvaardbaar te maken. Omwonenden willen bijvoorbeeld uitleg over wie er komen wonen.”
In het geval van Gouda heeft de gemeente vooraf niet genoeg duidelijk gemaakt of en hoe bewoners invloed konden uitoefenen. Er is niet adequaat gereageerd op signalen en verwachtingen. En er was onvoldoende regie op de communicatie waardoor onrust is ontstaan, concludeert de ombudsman.
De gemeente vindt dat het rapport vragen oproept, vooral ten aanzien van het azc. „Gouda kent namelijk de meest uitgebreide bestuursovereenkomst van Nederland, die met inbreng van bewoners tot stand is gekomen. Zo heeft Gouda voor het eerst in Nederland een gefaseerde instroom afgesproken, wat een sterke eis van de bewoners was”, reageerde de gemeente.
Volgens het gemeentebestuur heeft de gemeente de inbreng van de bewoners gewaardeerd en serieus genomen en uitgebreid gerapporteerd wat ermee gedaan is. „De burgemeester wil graag in gesprek met de ombudsman om van hem te horen welke verbeteringen in dit traject mogelijk waren geweest.”