„Geen optimisme over pestprobleem”
Het optimisme van staatssecretaris Dekker over de afname van het pesten op scholen is ongegrond. Dat zegt psycholoog-onderwijskundige drs. Bob van der Meer, die zich in het onderwerp heeft gespecialiseerd.
Samen met wereldkampioen kickboksen Nieky Holzken en een groep leerlingen maakte staatssecretaris Dekker van Onderwijs maandagmorgen in Helmond een vuist tegen pesten. Daarmee gaf hij het startsein voor de Week tegen Pesten. Tegelijk maakte hij bekend dat het aandeel leerlingen in het basisonderwijs dat wordt gepest de afgelopen twee jaar is gedaald van 14 naar 10 procent. In het voortgezet onderwijs is er een afname van 11 tot 8 procent.
„Die cijfers zeggen me niets; het probleem wordt in Nederland op de verkeerde manier aangepakt”, reageert Van der Meer. „Sinds 1995 breng ik het probleem onder de aandacht, elke keer als er een nieuwe minister of staatssecretaris van Onderwijs aantreedt. Het ministerie heeft al twee keer aangegeven dat mijn brieven niet meer zullen worden beantwoord.”
Het probleem is nog steeds enorm, zegt Van der Meer. „De kinderombudsvrouw gaf dat eind vorig week ook aan: veel kinderen worden gepest en voelen zich eenzaam, terwijl leerkrachten niets zien of er niets aan doen.”
Enkele jaren geleden stond het onderwerp volop in de belangstelling doordat enkele gepeste jongeren zich van het leven beroofden. „Twee gevallen werden bekend, zes jongeren kwamen níét in de pers. Scholen werden vervolgens niet alleen verplicht een antipestprotocol vast te stellen, maar ook een programma aan te schaffen om het pesten te bestrijden. Aan die programma’s wordt grof geld verdiend, terwijl ze overbodig zijn. Ik heb dat aan de orde gesteld, maar dat wordt door de producenten en door het ministerie niet gewaardeerd.”
De aanpak van pesten is heel eenvoudig; daar heb je geen methode voor nodig, zegt Van der Meer. „Ga ervan uit dat een leraar 90 procent van het pesten niet ziet. Je moet dus leerlingen verantwoordelijk maken voor elkaars veiligheid. Laat hen zelf regels opstellen en handhaven. Stel die regels elke week aan de orde. Spreek af dat vertellen over pesten geen klikken is. Als leerkracht pak je de pester hard aan. Dát werkt, maar op de meeste scholen gebeurt dit onvoldoende.”
Goed nieuws
Van der Meer verwoordt zijn ideeën op de website pesten.net. „Die wordt per jaar 2 miljoen keer aangeklikt en trekt 250.000 keer unieke bezoekers. Het onderwerp leeft enorm. Er is geen reden om de Week tegen Pesten met een optimistisch geluid te beginnen.”
Staatssecretaris Dekker vindt het ondertussen „ontzettend goed nieuws” dat tienduizenden kinderen nu met een fijner en veiliger gevoel naar school gaan. Hij wijst erop dat scholen, leraren en andere betrokkenen de afgelopen jaren hard hebben gewerkt om het pesten terug te dringen. Maar de bewindsman zegt ook dat er nog steeds veel moet gebeuren om te zorgen dat alle kinderen met een goed gevoel naar school kunnen.
Hij hoopt dat de nu ingezette daling de komende jaren doorzet. „Ik ben ervan overtuigd dat het bij iedereen inmiddels tussen de oren zit dat pesten aangepakt moet worden. Dus ik vertrouw erop dat scholen, ouders en leerlingen zich blijven inzetten in de strijd tegen pesten, net als ik.”
Tegelijkertijd is er nog steeds veel werk te verrichten. „Pesten heeft een enorme impact op het leven van kinderen. We moeten dus blijven vechten voor een veilige schoolomgeving.”