Verpleeghuis licht te weinig voor over levenseinde
Verzorgings- en verpleeghuizen praten weinig met bewoners over zaken die geregeld moeten worden rond het levenseinde. De zorginstellingen maken zich er op dat terrein te makkelijk van af.
Dat zei A. den Hartog, medewerker van de stichting Cliënt & Kwaliteit, woensdag op een congres in Rotterdam over palliatieve zorg. De stichting enquêteerde in 2002 en 2003 45 verzorgingshuizen en 31 verpleeghuizen over dit onderwerp.
In veel gevallen blijven bewoners van zorgcentra verstoken van informatie over de zorg en behandeling rond het levenseinde. Dan gaat het om zaken als het beschikbaar zijn van een euthanasieverklaring, een NPV-levenswensverklaring of om thema’s als het toedienen van morfine en het kunstmatig verstrekken van vocht en voeding. In de onderzochte verzorgingshuizen is een kwart van de bewoners hieromtrent ondervraagd, in verpleeghuizen de helft.
Verzorgenden vinden het vaak moeilijk om met bewoners over het naderende levenseinde te praten. „Het is een lastig onderwerp. Iemand komt naar een verzorgingshuis om nog een poos te leven en dan ziet de vaak jonge verzorgende er tegen op om over de dood te beginnen. Het personeel heeft de neiging dit onderwerp op het allerlaatste moment te bespreken. De kans bestaat dan dat de bewoner zijn wil niet meer kenbaar kan maken, door bijvoorbeeld een hersenbloeding of dementeringsverschijnselen.” Den Hartog denkt dat een zorginstelling dergelijke kwesties het best kort na de opname kan aankaarten. „Dat vraagt veel tact.”
De helft van de nabestaanden werd na het overlijden van de bewoner in de gelegenheid gesteld aanwezig te zijn bij het afleggen en opbaren. Den Hartog vindt dat die mogelijkheid altijd geboden moet worden. „Steeds vaker zorgt een begrafenisondernemer voor het afleggen van de overledene. Daardoor dreigt het gevaar dat de familie minder betrokken is. Dat is een ongunstige ontwikkeling, want aanwezig zijn bij het afleggen en opbaren draagt bij aan de rouwverwerking.”
Na een overlijdensgeval schort het nogal eens aan een afrondend gesprek met nabestaanden. „Veel instellingen laten kansen liggen om gebruik te maken van de ervaringen van familieleden.”
Uit het onderzoek van Cliënt & Kwaliteit blijkt verder dat familieleden over het algemeen veel waardering hebben voor de lichamelijke verzorging en de bejegening van terminale patiënten in verpleeg- en verzorgingshuizen. Ook zijn de meesten goed te spreken over de communicatie.
Directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) stond tijdens het congres stil bij de brochure ”Palliatieve zorg in de laatste levensfase”, die hij dinsdag aan de vaste kamercommissie voor volksgezondheid overhandigde. In de handreiking staan tal van praktische tips voor de behandeling van patiënten in de laatste levensfase. De komende dagen zullen in Nijmegen, Zwolle en Ede congressen over palliatieve zorgen worden gehouden. In totaal 500 mensen hebben zich daarvoor opgegeven.