Muziek
Blokfluitist Van Eyck met project ”JACOB 3.0” terug in Utrecht

Voor omstanders moet het een wat opmerkelijk beeld zijn: pal voor de ingang van de Utrechtse Janskerk staat een gezelschap in devote houding en met gesloten ogen geconcentreerd te luisteren. De groep muziekliefhebbers doet een verwoede poging de wereld van de 17e-eeuwse stadsbeiaardier, klokkendeskundige, blokfluitist en componist Jacob van Eyck binnen te stappen.

Geerten Jan van Dijk

Blokfluitist Erik Bosgraaf. beeld Wineke van Muiswinkel
Blokfluitist Erik Bosgraaf. beeld Wineke van Muiswinkel

Stadsbussen die over de busbaan denderen, agressief bellende fietsers en brallende studenten. Veel meer lijkt de luistersessie niet op te leveren. Heel even weet het carillon van de Domtoren met de halfuurslag de boventoon te voeren. Op de klingelende klokken na is het niet echt de soundtrack die je je voorstelt bij het 17e-eeuwse Utrecht.

Toch brengt een dergelijk luisterexperiment je dichter bij Van Eyck. De Utrechtse musicus was al bij zijn geboorte blind. De fiere Domtoren was voor Van Eyck niet meer dan een carillon met een verschrikkelijk lange trap. Van Eyck moest het vooral van zijn oren hebben.

Klokkendeskundige

„Over de eerste dertig jaar uit het leven van Van Eyck weten we bijna niets. Jonkheer Jacob van Eyck werd waarschijnlijk in Heusden geboren als kind van adellijke ouders. Die adellijke titel stelde overigens niet zo veel voor. Als loot van een arme tak erfde Van Eyck slechts het bed waarop hij sliep.”

Aan het woord is deskundige Thiemo Wind. Al meer dan dertig jaar gaat hij mee met de muziek van Van Eyck. Wat begon tijdens zijn studie muziekwetenschap, mondde na jarenlang onderzoek uit in een proefschrift over de ”Utrechtse Orfeus”.

De stadswandelingen onder leiding van Wind zijn een succes. „Aanvankelijk stond er als onderdeel van de recente 35e editie van het Festival Oude Muziek slechts één wandeling gepland, maar die was razendsnel volgeboekt. Nu leid ik binnen enkele dagen maar liefst vijf groepen langs de plekken waar Van Eyck heeft gewoond en gewerkt.”

Dat de wandeling start bij de Janskerk is niet voor niets. Vanaf de plek waar ooit de toren met carillon zich bevond vervolgt de bevlogen Van Eyckkenner zijn verhaal. De zomerstorm van 1674, die het schip van de Domkerk omver blies, vernielde ook de toren van de Janskerk „In 1625 werd Van Eyck benoemd tot beiaardier van de Dom. Maar zijn werkzaamheden breidden zich als een olievlek uit over de stad Utrecht. Later bekleedde hij dezelfde functie aan de Janskerk, de Jacobikerk en het stadhuis. Als ”directeur van de klokwerken” groeide de blinde jonkheer uit tot een klokkendeskundige van wereldfaam.”

Verliefde stelletjes

We lopen verder, het Janskerkhof over, richting het gotische koor van de Janskerk. „In de 17e eeuw was het Janskerkhof een park met laantjes. Een favoriete plek voor verliefde stelletjes die er graag wandelden in het schemerduister. Op zomeravonden vermaakte Van Eyck de wandelaars met zijn virtuoze fluitspel. Het leverde hem op een gegeven moment zelfs een salarisverhoging op. Gelukkig heeft de musicus zijn blokfluitmuziek gepubliceerd. De verzameling ”Der Fluyten Lust-hof” behoort vandaag de dag tot het beste wat er is gecomponeerd voor de blokfluit.”

Wind vraagt zich hardop af vanaf welke plek Van Eyck de wandelaars trakteerde op zijn fluitmuziek. „Het is goed mogelijk dat hij een plekje zocht tussen de steunberen van het gotische koor van de Janskerk. Qua akoestiek werkt dat prima. Ik heb het zelf weleens geprobeerd.” Nu is het er een vieze stinkbende. Tussen de steunberen hangt een zware urinedamp. Op de grond liggen lege wietzakjes.

Gedenksteen

Er blijken tal van locaties in Utrecht te zijn die een directe link hebben met Jacob van Eyck. De Nicolaikerk en de Domtoren, waar nog altijd klokken hangen die gestemd zijn volgens de principes van Van Eyck. Het pand ”Den Domstoorn” aan het Oudkerkhof, waar Van Eyck een tijdje gewoond heeft toen het nog een herberg was. En het huis aan de Weesbrug waar Van Eyck tot op het laatst woonde. Met daartegenover de oude Weeskerk –de voormalige poptempel Tivoli–, waar hij werd begraven.

Naast de bushalte aan de voet van de Domtoren ligt sinds 2007 een gedenksteen. Met gevaar voor eigen leven kun je vanaf de busbaan onder andere een lofdicht te lezen.

Tophit

Onder de gewelven van het Pandhof naast de Domkerk grijpt Wind de kans om Van Eycks blokfluitmuziek te presenteren. Er volgt een reeks variaties op een tophit van toen: ”Wat Zalmen op den Avond Doen”.

In het Pandhof had Van Eyck zijn werkplaats ingericht. Wind: „Hij ontdekte hoe de boventoonstructuur van klokken is samengesteld en hoe men de klokken tot in perfectie kon stemmen, iets wat tot dan toe niet mogelijk was. Jacob van Eyck kan met recht de belangrijkste Utrechtse musicus aller tijden genoemd worden.”

---

Project ”JACOB 3.0”

Utrecht kent een Jochem Uytdehaageplantsoen, maar Jacob van Eyck op een straatnaambordje, daar wil de domstad niet aan. En dat frustreert blokfluitist Erik Bosgraaf nogal. „De schaatsprestaties van Uytdehaage is men over een paar honderd jaar allang vergeten, maar de muziek van Van Eyck klinkt meer dan 350 jaar na dato nog steeds. Ik geef lessen en concerten over heel de wereld. Iedereen kent Van Eyck, alleen de Nederlanders zelf niet. ”De Nachtwacht” heeft zo ongeveer iedereen gezien, maar de muziek uit de tijd van Rembrandt kent haast niemand. Daar moet maar eens verandering in komen.”

Het muziekproject ”JACOB 3.0” zet Van Eyck breed op de kaart: stadswandelingen, beiaardconcerten, maar ook eigentijdse concerten met blokfluit, draaitafels en een laptop. Bosgraaf: „Van Eyck heeft zo’n modern jasje helemaal niet nodig. Maar je moet bedenken dat hij echt een soort 17e-eeuwse dj was. Hij varieerde lustig op psalmen en liedjes, de internationale tophits uit zijn tijd. Een dj doet eigenlijk niet anders. Het is momenteel ontzettend hip om met een dj-koffer of basgitaar rond te lopen. Zo’n 350 jaar terug speelde iedereen in de Nederlanden blokfluit: mannen, vrouwen, hoge en lage klasse.”

De eerste concerten zijn inmiddels geweest. De meeste bezoekers waren volgens Bosgraaf laaiend enthousiast. „Er zullen er altijd zijn die liever de pure Van Eyck hebben. Dat kan, maar met dit project proberen we verschillende publieksgroepen juist samen te brengen. Van Eyck speelde ook niet voor een select gezelschap in een zwart pak, maar in de publieke ruimte. In een park, of vanaf een toren midden in de stad.”

Meer informatie: www.derfluytenlusthof.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer