Rotterdammer: Pak dakloosheid aan
Inwoners van Rotterdam vinden in grote meerderheid dat er meer moet gebeuren om te voorkomen dat stadsgenoten noodgedwongen rondzwerven op straat.
Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 600 inwoners, in opdracht van de Pauluskerk Rotterdam. De uitkomsten werden donderdagochtend bekendgemaakt, in de aanloop naar de eerste Rotterdamse daklozendag morgen. Een derde van de ondervraagden zegt zeker één keer per week een dakloze tegen te komen, een op de vijf ziet dagelijks een dakloze.
Bijna alle Rotterdammers (95 procent) spreken van „een belangrijk probleem dat moet worden aangepakt.” De meesten (64 procent) vinden het vooral een moreel probleem. Met de stelling ”In een land als Nederland zou geen mens op straat moeten leven of slapen”, is 89 procent het eens. Van de respondenten noemt 15 procent het onveilige gevoel op straat als belangrijkste probleem en 7 procent de criminaliteit die daklozen aantrekken.
Eveneens 7 procent zet de maatschappelijke kosten bovenaan. „Toch is ook daar veel te winnen wanneer je dakloosheid aanpakt”, zegt ds. Dick Couvée van de Pauluskerk. „Uit onderzoek blijkt steeds dat elke euro besteed aan maatschappelijke opvang zich drie tot vier keer terugverdient op terreinen als openbare orde, veiligheid en volksgezondheid.”
De predikant vindt het opvallend dat „veel respondenten” zelf bereid zijn om te helpen bij de aanpak van dakloosheid. Ruim de helft van hen zou willen meedoen wanneer bijvoorbeeld wijkgenoten het initiatief nemen voor een oplossing. Bij jongeren ligt dat percentage nog hoger (74 procent).
Bijna de helft (46 procent) van de ondervraagden vindt het geen probleem om financieel in te leveren wanneer de overheid moet bezuinigen om geld uit te kunnen trekken voor de bestrijding van dakloosheid. Onder kiezers van VVD, PVV en Leefbaar Rotterdam is die bereidheid lager (22 procent).