Bollen werd in mei 2001 door de korpsleiding van de politie Twente gevraagd een boek te schrijven over het rechercheonderzoek naar de vuurwerkramp. Behalve van zijn interviews maakte hij gebruik van journaalfragmenten van het politieteam.

Van belang is dat Bollen zijn onderzoek voor het boek deed in de periode augustus 2001 tot april 2002. Het Tolteam draaide toen nog op volle sterkte en richtte zijn pijlen met name op verdachte André de V. In het boek staan de verhoren beschreven met de man die ervan werd verdacht het eerste vlammetje op het terrein van vuurwerkbedrijf SE Fireworks te hebben aangestoken.

Ook wordt beschreven hoe undercoveragenten De V. hebben geprobeerd een bekentenis te laten afleggen in verschillende huizen van bewaring. Dat lukte inderdaad. De V. heeft echter tegenover de politie altijd ontkend iets met de vuurwerkramp te maken te hebben gehad en hij werd door het gerechtshof in Arnhem in mei 2003 vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

Advocaat A. Moszkowicz bezint zich namens zijn cliënt op stappen tegen het boek. „Ik bestudeer nog enkele passages uit het boek en beslis daarna of en welke stappen ik onderneem”, aldus Moszkowicz.

Tijdens de behandeling van het hoger beroep was een opmerkelijke rol weggelegd voor de rechercheurs C. de Roy van Zuydewijn en J. Paalman, die ook in het boek worden opgevoerd. Zij verklaarden voor het hof dat het Tolteam met een tunnelvisie heeft gerechercheerd. De politie zou zich te veel hebben gericht op De V. Bovendien zou er zijn gerommeld met bewijsmateriaal; een van de onderzoeksrechercheurs zou met het rode sportbroekje van De V. op zijn hoofd hebben gelopen.

Bollen haalt de rol van de twee dissidente rechercheurs, tegen wie bij het hof in Arnhem nog altijd een meineedprocedure loopt, aan in zijn epiloog. Volgens hem heeft niet het Tolteam last gehad van tunnelvisie, maar juist De Roy van Zuydewijn en Paalman.

Vaststaat is dat bijna vier jaar na de vuurwerkramp de oorzaak nog steeds niet is achterhaald. De V. wil 1 miljoen euro zien van de Staat ter compensatie van de geleden schade doordat hij bijna 2,5 jaar ten onrechte zou hebben vastgezeten. Het hof doet hierover op 3 mei uitspraak.