Groene ruggengraat van Grebbeberg tot Gooimeer
Van de Grebbeberg bij Rhenen tot het Gooimeer bij Huizen. De provincies Utrecht en Noord-Holland maken zich sterk voor één nationaal park voor de hele Heuvelrug.
Een nationaal park is een vrijwillige samenwerkingsvorm van grondeigenaren, overheden en natuurbeherende organisaties, die met elkaar verantwoordelijk zijn voor natuur, recreatie en wonen en werken in een natuurgebied. Van een bijzondere planologische status is geen sprake, samenwerking leidt wel tot meer samenhang bij de bescherming en de ontwikkeling van het gebied.
„Op luchtfoto’s is goed te zien dat de hele Heuvelrug één aaneengesloten natuurgebied, één hoge zandrug, is van in totaal circa 40.000 hectare”, aldus Janine Caalders, voorzitter van het bestaande Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. „De bestuurlijke grenzen zie je op die foto’s niet. Dan zou je de Heuvelrug ook als één geheel moeten behandelen. Voor ons is uitbreiding naar de hele Heuvelrug een lonkend perspectief.”
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, het zuidelijk deel van het gebied, bestaat sinds 2003. „Het ontstond toen particuliere landgoedeigenaren en terreinbeheerders met hun buren om de tafel gingen zitten. Het was een proces van onderaf. Het natuurgebied ten zuiden van A12, van Utrecht naar Arnhem, is qua eigendom behoorlijk versnipperd doordat er veel partijen zijn. Het nationaal park heeft meer samenwerking gebracht.”
In 2013 is het parkgebied uitgebreid tot aan de A28 (Utrecht-Amersfoort). Een sprong verder naar het Gooimeer toe is niet alleen een wens van de partners in het huidige park, ook de provincie Utrecht is voorstander. Gedeputeerde Staten zien een parkstatus voor de hele Heuvelrug als „een sterke basis voor het behoud van de natuur- en cultuurwaarden in de toekomst.”
Economische ontwikkeling gaat in een nationaal park hand in hand met natuurbeheer. „Voor de toekomst van de Heuvelrug is het erg belangrijk om het aanwezige groen te behouden. Dat is ons goud”, aldus Caalders. „De economie en het woon- en leefklimaat zijn hier van oudsher sterk mee verweven. Er zijn veel mogelijkheden dat natuur en economie elkaar versterken. Zo levert de verkoop van vignetten voor mountainbikeroutes nu al geld op dat onder meer wordt gebruikt voor die routes.”
Kenmerkend voor het gebied zijn de vele zorginstellingen, conferentieoorden, landgoederen en buitenplaatsen. „Mensen wonen en recreëren er bovendien graag. De druk op het gebied is groot. De vraag is hoe je dat allemaal een plaats geeft in die groene ‘ruggengraat’. Daar moeten alle partijen met elkaar over spreken, de natuurmensen en de ondernemers: wat wil je waar, en waar wil je iets zeker niet?”
Gemeenten, grondeigenaren, ondernemers en andere betrokken partijen in de Gooi en Vechtstreek gaan in gesprek om te onderzoeken of de beoogde uitbreiding haalbaar is. De ambitie is om eind volgend jaar een programma voor financiën en organisatie te hebben. In 2018 kan dat dan worden verwezenlijkt.
Burgemeester Roest van Laren, voorzitter van de regio Gooi en Vechtstreek, voelt er zeker voor. „Samenwerking in nationaal-parkverband kan meehelpen om een tegenwicht te bieden aan de stedelijke druk vanuit met name Amsterdam. Dat is nodig om ons woon- en leefklimaat overeind te houden.”