„Bied ruimte voor levensbeschermende polis”
„Als minister Hoogervorst van Volksgezondheid gewetensvrijheid als uitgangspunt wil nemen in het toekomstige zorgstelsel, moet hij ruimte bieden voor de zogenaamde levensbeschermende polissen.”
Dat stelt de directeur van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV), dr. R. Seldenrijk. Hij reageert daarmee op de uitlating van de bewindsman over de positie van gewetensbezwaarden in de zorg, vorige week gedaan tijdens het hoofdlijnendebat over de toekomstige basisverzekering in de zorg.
In de hoofdlijnennotitie repte Hoogervorst met geen woord over mensen die gewetensbezwaren hebben tegen verzekeren en tegen het medefinancieren van zaken zoals abortus en euthanasie via hun zorgverzekering. SGP-kamerlid Van der Vlies en in zijn kielzog ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet vroegen vrijstelling voor mensen die gewetensbezwaren hebben tegen verzekeren. Hoogervorst zegde die ruimte toe.
Van der Vlies vroeg daarnaast ook naar de mogelijkheid om in het toekomstige zorgstelsel ruimte te creëren voor mensen die gewetensbezwaren hebben tegen het meebetalen via hun polis aan zaken zoals abortus, euthanasie en reageerbuisbevruchting. Op dit moment is die ruimte er ook. Er zijn ziekenfondsen en particuliere verzekeraars die dergelijke polissen aanbieden. Zo’n 40.000 polishouders maken daarvan gebruik.
Op het punt van de ”schone” polissen deed Hoogervorst echter geen toezeggingen. Hij wilde een en ander nog eens bestuderen en in de memorie van toelichting op de nieuwe zorgverzekeringswet, die over enkele maanden naar de Kamer gaat, geeft hij uitsluitsel.
NPV-directeur Seldenrijk weet wel een paar redenen waarom de bewindsman in de nieuwe basisverzekering polissen moet toestaan die kiezen voor een levensbeschermende gezondheidszorg. De eerste is de consequente toepassing van het argument dat het geweten een rol mag spelen bij de soort verzekering die mensen afsluiten: „Er is in onze samenleving een fundamentele vrijheid van levensovertuiging. Dat gegeven moet in de praktijk gestalte kunnen krijgen. Hoogervorst erkent dat in het geval van al dan niet verzekeren. Als hij consequent wil zijn, moet hij dat ook toepassen op de basisverzekering zelf.”
Een tweede reden ziet Seldenrijk in de vraaggestuurde zorg die het kabinet wil stimuleren: „Die mag geen lege huls worden en moet ook kunnen leiden tot een polis vrij van zaken die niet levensbeschermend zijn.”
Is die vraagsturing niet een heel moderne gedachte? Je neemt die onderdelen uit de polis die jou aanstaan. Wellicht kan het ook nog kostenbeparend werken.
„Dat is een onjuiste redenering. Bepaalde behandelingen worden niet vergoed, dat klopt, maar het opnemen van palliatieve zorg rond het levenseinde zorgt juist voor kostenverhoging. Daarom pleit ik voor een brede basisverzekering. Ik vind het samen dragen van de lasten een christelijk principe. Als mensen in hun jonge jaren niet willen bijdragen aan de zorg voor ouderen en chronisch zieken, wentelen ze de lasten af op diezelfde groep.”
Zijn die levensbeschermende polissen, zoals u ze noemt, eigenlijk wel nodig?
„Zeer zeker. Sinds de Abortuswet in de jaren tachtig door de Tweede en de Eerste Kamer is aanvaard, hebben we een levensrelativerende gezondheidszorg gekregen. Er wordt niet altijd meer vanzelfsprekend voor het leven gekozen. Dat geldt voor het levensbegin en voor het levenseinde. Als er geen mogelijkheden komen om rond het levenseinde extra zorg te organiseren, kunnen mensen worden gedreven in de richting van levensbeëindigend handelen. De goedkoopste patiënt is de dode patiënt.”
Is dat niet erg zwart-wit?
„Dat is zo, maar hoe kun je die extra zorg aan het levenseinde straks nog betalen? Er is extra gezinszorg nodig, maar is die er straks nog? En als er dan geen zorgverzekeraar is die zijn zorgplicht voor de polishouders waarmaakt, loop je een fundamenteel risico. De zorg zal verkommeren of mensen worden ’op adelaarsvleugels gezet’, worden uit het leven geholpen. Juist christenen moeten in hun keuze voor een zorgverzekeraar solidair zijn met de mensen die de extra zorg aan bijvoorbeeld het eind van hun leven nodig hebben.”
Is het niet vreemd dat dit kabinet met daarin christen-democraten twijfelt of een schone polis mogelijk moet zijn? Het paarse kabinet met daarin D66-minister Borst wilde wel een schone polis handhaven.
„Het begrip levensbeschouwing is fundamenteel voor onze gehele samenleving. Ik vind het jammer dat een regering met daarin een christelijke partij daar vooralsnog geen aandacht voor heeft. Het CDA kan dit niet onbesproken laten. De partij heeft het niet voor het zeggen, maar moet zich er mijns inziens wel sterk voor maken.”
D66-kamerlid Bakker wil graag af van het begrip ”schone polis”. Hij denkt dat hij dan een vieze polis heeft. Doet u eens een suggestie?
„Ik ben het eens met Bakker en kan begrijpen dat mensen van die tegenstelling schoon-vies af willen. Dat wekt onnodig ergernis. Het woord pro-lifepolis vind ik ook niet juist. Afgezien dat daarmee een verzekeraar wordt aangeduid, zie ik daarin als bezwaar dat we worden verward met de fundamentalistische pro-lifebeweging in Amerika. Het gaat ons niet om fundamentalistische, maar om fundamentele opvattingen. Ik spreek consequent van een levensbeschermende polis. Die staat tegenover een levenrelativerende polis.”