Kamp Amersfoort opent infocentrum
Ruim 1000 oud-gevangenen, nabestaanden, familieleden en andere betrokkenen hebben maandagmiddag in Kamp Amersfoort herdacht dat het kamp 59 jaar geleden van Duitse handen overging naar het Nederlandse Rode Kruis.
De herdenking werd opgeluisterd door de opening van een nieuw bezoekerscentrum, dat vooral de jongere generaties moet leren wat er op het terrein allemaal is gebeurd.
Kamp Amersfoort was in de Tweede Wereldoorlog een Duits strafkamp waarin ruim 35.000 gevangenen zaten. Er vonden veel schijnprocessen en executies plaats. Het kamp was de grootste executieplaats van Nederland in de jaren 1940-1945.
Staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opende het bezoekerscentrum maandagochtend. Ze noemde het kamp net als Westerbork, Vught en het Indisch Huis meer dan alleen een plaats voor oorlogsgetroffenen. „In toenemende mate zal dit voormalig gevangenenkamp de lessen uit het verleden vertellen aan mensen die de oorlog niet hebben meegemaakt. Kamp Amersfoort is een schakel tussen heden en verleden. Leren en herinneren, daar gaat het om.” Verder benadrukte ze dat het kamp precies in haar beleid past van het vergroten van de kennis over de achtergronden van de Tweede Wereldoorlog.
De lessen van Kamp Amersfoort trekken steeds meer mensen. Volgens C. Biezeveld van de Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort geniet het monument de laatste jaren meer belangstelling. „Met name de tweede generatie komt met steeds meer vragen. We hebben nu nog direct getroffenen hier. Maar vooral hun kinderen zullen zich er de komende jaren meer voor gaan interesseren. Dat zijn inmiddels ook 60-plussers aan het worden die door hun pensionering meer tijd krijgen.”
Het bezoekerscentrum moet de 25.000 bezoekers die het kamp nu nog jaarlijks ontvangt, overtreffen.