Verdonk: inburgering in buitenland gaat door
Nieuwkomers zullen straks vrijwel zeker een examen Nederlandse taal en maatschappijoriëntatie moeten volbrengen voordat zij naar Nederland mogen komen. De Raad van State gaat, op enkele kleine punten na, in grote lijnen akkoord met het voorstel van het kabinet om mensen al in hun land van herkomst te laten inburgeren.
Dat zei minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie maandag in politiek cafe Van Buuren in Den Haag. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft al laten weten voorstander te zijn van een inburgeringstoets in het buitenland. Als het wordt ingevoerd, is Nederland het eerste land ter wereld dat nieuwkomers al laat inburgeren in het land van herkomst.
De maatregel is vooral bedoeld voor mensen die hun partner of gezinsleden uit het buitenland willen laten overkomen. Van de tweede generatie allochtonen, met name Turken en Marokkanen, laat ongeveer driekwart hun partner uit het oorspronkelijke herkomstland overkomen. Het kabinet wil de eisen voor de huwelijksmigratie aanscherpen door onder meer een inkomenseis van 120 procent van het minimuminkomen te stellen, de leeftijdsgrens te verhogen naar 21 jaar en een inburgeringstoets verplicht te stellen.
Verdonk stelde dat allochtone jongeren zelf vrijwel geen moeite hebben met de nieuwe eisen. Uit een aantal bijeenkomsten met jonge Turken en Marokkanen is haar gebleken dat velen toch liever geen partner uit het buitenland hebben. Ze zijn volgens haar blij dat ze die druk niet meer hebben.
Nieuwkomers moeten straks onder meer vijfhonderd Nederlandse woorden kennen. Zij moeten zelf ervoor zorgen dat zij aan de benodigde kennis komen. Als ze er klaar voor zijn, worden ze getoetst op de ambassade waar zij zich melden met een identificatiebewijs. Daarna krijgen ze een pincode. Op de ambassade wordt telefonisch contact gelegd met een computer die het examen binnen pakweg een half uur afneemt.
Eerder had de commissie–Franssen uitgerekend dat een inburgeringstoets in het buitenland praktisch niet goed uitvoerbaar was en daardoor erg duur. Volgens minister Verdonk is dat niet zo. Ze zegt dat een conglomeraat van bedrijven een en ander op poten heeft gezet.