De Franse politisering van badkleding is onwenselijk
In een vrij land wordt niemand gevraagd de kleding van een ander mooi te vinden. Niemand hoeft daarom ook de boerkini smaakvol te vinden.
In Frankrijk ligt dat echter anders. Een burgemeester heeft bedacht dat dit badpak –dat benen, armen en hoofd bedekt– het „uniform van het extreme islamisme” is. En zolang er in Frankrijk aanslagen dreigen, is deze dracht aan het strand verboden. Want die zou onrust kunnen oproepen. Enkele andere burgemeesters hebben deze maatregel overgenomen. En een rechter heeft intussen beslist dat deze beperking tijdelijk mogelijk is vanwege de noodtoestand.
Diverse moslims hebben in de media aangegeven dat de boerkini helemaal geen kleding voor „extreme islamisten” is, want die komen niet aan het strand. De boerkini maakt voor veel moslima’s het zwemmen in zee juist mogelijk. In diezelfde outfit doen ze momenteel zelfs mee aan aan de Olympische Spelen in Rio.
De Franse premier Valls sloot zich bij de burgemeesters aan en zei dat deze badkleding „de waarden van de Republiek” schendt. Hij tilt de kwestie dus uit boven de noodtoestand en terreurdreiging, en hij verbindt ze aan vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Nu zijn er tegen de beginselen van de Franse Revolutie veel bezwaren in te brengen. Maar het goede is dat deze omslag in Frankrijk vrije burgers bracht. Die kregen rechten die de macht van de overheid beperkten. De vrije burger mag zich zodoende kleden zoals hij of zij wil (behoudens wettelijke beperkingen met betrekking tot de publieke eerbaarheid).
Na de revolutie van 1789 is echter in 1905 nog de ”laïcité” (scheiding van kerk en staat) ingevoerd. Door die maatregel kregen protestanten eindelijk vrijheid, omdat de Rooms-Katholieke Kerk haar macht verloor.
Maar deze laïcité ontwikkelde zich van lieverlee tot een antigodsdienstig dogma. Officieel is het een richtlijn voor de neutrale staat. Maar door het moslimextremisme ontwikkelt deze zich in Frankrijk tot een ideologie die van alle mensen eist neutraal te zijn. Vorig jaar werd een leerling naar huis gestuurd vanwege haar lange rok, omdat die de neutraliteit van de school bedreigde. Laïcité is dan geen garantie op vrijheid meer, maar een bedreiging van die vrijheid.
Valls doelt ook op de gelijkheid van man en vrouw. Terecht bestaan er op dat punt vragen bij de islam. Maar juist de scheiding van kerk en staat zorgt ervoor dat iedereen vrij is in zijn of haar kledingkeuze, en dat de staat simpelweg niet het recht heeft moslima’s te bevrijden. Een staat die mensen wil bevrijden, verliest zijn neutraliteit.
In een samenleving waarin het atheïsme de (publieke) norm is, wekt elke afwijking irritatie op, zeker als die religieus geïnspireerd is. Ook in ons land heeft de vraag gespeeld of een boerkini toelaatbaar is. De Commissie Gelijke Behandeling heeft in 2009 terecht gezegd dat een verbod de vrijheid te veel inperkt.
De discussie over de boerkini is slechts het spreekwoordelijke topje van de ijsberg. Er zit een strijd achter over de grens van de staatsmacht. De vingers van de Franse staat waren altijd al lang, maar die groeien onder de huidige noodtoestand alleen nog maar aan. Zelfs badkleding wordt nu al gepolitiseerd. In een vrij land is dat echt onwenselijk.