„Opnieuw kijken naar salariskwestie Indië”
Nabestaanden van oud-ambtenaren en militairen uit Nederlands-Indië die na de Japanse bezetting hun achterstallige salaris niet uitbetaald hebben gekregen, willen dat hier opnieuw naar gekeken wordt. Dat laat de Task Force Indisch Rechtsherstel (TFIR) weten.
De organisatie die opkomt voor belangen van groepen die schade hebben geleden door de Japanse bezetting heeft de afgelopen maanden tientallen e-mails gekregen over de zogeheten backpay-kwestie. Veel mensen zijn het er volgens TFIR niet mee eens dat alleen het handjevol nog levende veteranen en oud-ambtenaren na ruim 70 jaar financiële genoegdoening heeft gekregen.
Voorzitter Sylvia Pessireron van TFIR: „De grootste klacht is dat nazaten van landgenoten die zich hebben ingezet voor Nederland in voormalig Nederlands-Indië, opnieuw in de kou worden gezet”.
Vorig jaar bereikten staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) en het Indisch Platform een akkoord over de zogeheten backpay-kwestie. Per persoon werd 25.000 euro netto uitgekeerd. De regeling gold voor betrokkenen die vorig jaar nog in leven waren. In totaal waren dat er nog ongeveer 1100.
TFIR heeft een open brief aan Van Rijn gepubliceerd van de 93-jarige KNIL-veteraan Rudi Hoenson. Hij laat in de brief weten dat hij het complete bedrag dat hij had gekregen heeft overgemaakt aan een veteranenorganisatie in zijn woonplaats Victoria in Canada. „Ik zou mij werkelijk schamen als ik dit geld zou uitgeven voor mijn eigen plezier, terwijl er duizenden andere rechthebbenden dit bedrag niet van u hebben mogen ontvangen”, schrijft Hoenson.
Van Rijn liet vorig jaar weten dat hij met de regeling op morele gronden tegemoet heeft willen komen aan de onvrede in de Indische gemeenschap door het ontbreken van een oplossing voor de backpay-kwestie.
„De geschiedenis van de afgelopen zeventig jaar kunnen we niet ongedaan maken, maar ik hoop dat deze stap de weg vrijmaakt voor een nieuw hoofdstuk van onze gezamenlijke toekomst”, aldus Van Rijn indertijd.