Kootwijkerbroek heeft na 50 jaar weer een molen
Ruim een halve eeuw heeft het geduurd. In 1964 ging de Puurveense Molen in vlammen op, vermoedelijk door kortsluiting. Nu heeft Kootwijkerbroek weer een molen: een herbouwd rijksmonument uit de Achterhoek. Begin september is de officiële opening.
Kootwijkerbroeks oude trots is terug. Maar liefst 450 jaar was de molen „het herkenningspunt van het dorp”, meldt stichting De Puurveense Molen. Tot 1964, toen een felle brand om zich heen greep. Maar ook dat was het einde niet. In 1992 kocht de stichting molen De Vrees in Winterswijk aan voor het symbolische bedrag van één gulden. Jarenlang lag het bouwwerk in onderdelen in Kootwijkerbroek opgeslagen.
„De dag waarop die molen eindelijk weer werd opgebouwd in Kootwijkerbroek, met de kap en de wieken, heb ik wel een traantje gelaten”, bekent bestuurslid Nico Hol. Dat was vorig jaar november. „Dorpsgenoten vroegen ons geregeld: Komt er nog wat van?”
Ja, er kwam wat van. Uiteindelijk staat „de molen waarvoor we ons al die tijd hadden ingezet” er. Maar liefst als rijksmonument. „Verder heeft Kootwijkerbroek niet zo veel ouds. Er zijn maar twee gemeentelijke monumenten: een boerderij en de pastorie bij de hervormde kerk.”
Hol gaf in 1988 een van de aanzetten voor de herbouw. In de plaatselijke Koninginnedagoptocht reed hij met zijn gezin mee met een model van de verloren gegane molen en een bord met de tekst ”Wat is Kootwijkerbroek met drie kerken en drie scholen, doch zonder molen?”
Die dag zamelde hij veel handtekeningen voor herbouw in. Ook andere Kootwijkerbroekers bleken de beeldbepalende molen te missen. Herbouw direct na de brand was voor de eigenaar bedrijfseconomisch niet rendabel geweest; de mengvoederhandelaar zette de Puurveense Molen al steeds minder in voor het malen van graan.
Doorbraak
Er werd een stichting opgericht die het voortvarend aanpakte. Na de snelle aankoop in Winterswijk in 1992 wilde het echter niet meer vlotten. Onder meer de locatiekeuze was een probleem. „In de loop der jaren zijn zeker vijf plekken in beeld geweest”, zegt secretaris Ab Jansen van de stichting. „De plaats waar de molen nu staat was verreweg favoriet. Die hadden we altijd al in het vizier, maar doordat de grond particulier eigendom was konden we er niets beginnen. Dat werd pas mogelijk toen het perceel in handen van de gemeente Barneveld kwam.”
Achteraf is Jansen „erg blij” dat het tegenzat. „Anders had de molen ergens anders gestaan, en dit is toch de beste plek. Hij staat nu op een steenworp afstand van waar de Puurveense Molen oorspronkelijk stond. Het scheelt maar een meter of zeventig. Oudere Kootwijkerbroekers zeiden nog steeds „bie de meul links- of rechtsaf”, als ze iemand de weg moesten wijzen.”
Ook de financiering bleek lange tijd niet eenvoudig. Voor de doorbraak zorgde de toezegging van een subsidie van bijna een half miljoen euro van de provincie Gelderland, mits de molen eind 2015 zou zijn herbouwd. Die limiet werd gehaald.
„Zonder die 5 ton en nog eens 2 ton van een grote sponsor zouden we het nooit gered hebben”, blikt Jansen terug. „Ook de medewerking van de gemeente Barneveld was onontbeerlijk. Het hele project heeft 9,5 ton gekost. De Kootwijkerbroekers brachten zelf zo’n 1,5 ton bijeen. Met de inzet van vrijwilligers konden we ook veel besparen.”
Uit de vlammen gered
Voor een goede windvang is de stenen onderbouw met zo’n 5 meter verhoogd. Verder lijkt de nieuwe molen –een rietgedekte achtkantige korenmolen met oud-Hollands wiekenkruis en een stelling– „zo veel mogelijk op de oorspronkelijke”, zegt Jansen. Van de oude Puurveense Molen zijn twee uit de vlammen geredde ramen en de windhaan in de herbouw verwerkt.
De molen zal geregeld draaien, vooral op zaterdagen. Enkele vrijwillige molenaars hebben zich daarvoor al aangemeld. In de onderbouw komen onder meer een kleine winkel voor de verkoop van molen- en streekproducten, een cursusruimte waarvan bedrijven en organisaties die „iets met wind hebben” gebruik kunnen maken en een expositie over windenergie de eeuwen door, van windmolen tot windturbine.
„Educatie wordt een belangrijke taak”, zegt penningmeester Jan van den Brink. „We hopen schoolklassen te ontvangen, maar ook passerende toeristen. Een fietsknooppuntenroute komt vlak langs de molen.”
Proefdraaien
Na een periode van proefdraaien en bijstellen opent burgemeester Van Dijk van Barneveld op 8 september de herbouwde molen officieel door „de vang te lichten”, de molenaarsterm voor het ontgrendelen van de rem op de molenwieken. Op 9 september zijn schoolklassen welkom, 10 september is er een open dag.
Vasthoudendheid loont, daar zijn de bestuursleden van overtuigd. „Niemand van de bestuursleden heeft ondanks de tegenslagen ooit geopperd ermee te kappen”, aldus Jansen. „Wat we waren begonnen, wilden we afmaken.”
En met resultaat. „Sinds 1550 heeft Kootwijkerbroek al een molen. Een halve eeuw even niet. Maar wat is 50 jaar? Da’s een druppel in de tijd.”