Dit schrijft oud-hoofdcommissaris J. A. Blaauw in zijn nieuwste boek ”Dossier Blaauw”. De memoires van de oud-politiebaas van Rotterdam worden vanmiddag in boekhandel Donner in Rotterdam gepresenteerd.

De laatste jaren werpt Blaauw zich op als voorvechter van eerlijk politieonderzoek. Hij stelt gerechtelijke dwalingen en slecht politieonderzoek aan de kaak. In zijn boek uit Blaauw kritiek op de gebruikte verhoormethoden van de politie. „Het doel van een verhoor moet zijn het achterhalen van de waarheid. Niet om een bekentenis af te dwingen.”

Volgens de oud-hoofdcommissaris is de ethiek van het politieverhoor „verziekt.” Vooral de zogenaamde Zaanse verhoormethode „loodste het politieverhoor regelrecht in de ethische gevarenzone.” De methode, waarbij de verdachte op intimiderende wijze werd benaderd, werd in 1996 door de minister van Justitie verboden.

Blaauw voorspelt dat de advocaat zich bij de politie zal melden om bij het verhoor aanwezig te kunnen zijn. Dit om de verhoormethodes in de gaten te houden en aan de kaak te stellen. „Politie en openbaar ministerie, speel niet langer met vuur”, waarschuwt hij.

Samen met de misdaadjournalist Peter R. de Vries hamerde Blaauw op de heropening van de Puttense moordzaak. Hij schreef een boek over de opzienbarende moordzaak op een stewardess in Putten. Bij de heropening van de zaak door het gerechtshof in Leeuwarden werd Blaauw gehoord als getuige-deskundige. De zaak leidde in april 2002 tot vrijspraak voor de twee verdachten, die al ruim zes jaar in de cel hadden gezeten.

In zijn veertig jaar bij de politie doorliep Blaauw alle diensten, van de zeden- en kinderpolitie en moordzaken tot de narcoticabrigade. In 1971 volgde hij als eerste Nederlander in de Verenigde Staten een opleiding bij de FBI. In 1990 nam hij afscheid als hoofdcommissaris. Dossier Blaauw is het tiende boek van de oud-politieman.