Binnenland

Openbaar groen is geen speeltje

Een woning of een auto die onvoldoende wordt onderhouden, daalt in waarde. Met bomen en struiken is dat niet anders, zegt groendeskundige Wim van Heteren. Gemeenteraden zouden het aanwezige groen volgens hem veel meer op waarde moeten schatten. Daarvoor ontwikkelde hij een rekenmodel. Als gemeenten op groenonderhoud bezuinigen, levert dat niet per definitie voordelen op, stelt Van Heteren vast.

Jan Kas

1 August 2016 20:10Gewijzigd op 16 November 2020 05:27
Gemeenteraden zouden het aanwezige groen veel meer op waarde moeten schatten, vindt Wim van Heteren. beeld RD, Anton Dommerholt
Gemeenteraden zouden het aanwezige groen veel meer op waarde moeten schatten, vindt Wim van Heteren. beeld RD, Anton Dommerholt

Bijna 22 jaar was Wim van Heteren SGP-raadslid in Veenendaal. Hij weet wel waarom gemeenteraden er zo vaak voor kiezen om te beknibbelen op de plantsoenendienst en het overige groenonderhoud. „Openbaar groen is een mooi speeltje voor lokale politici. Op de gemeentelijke begroting staat er namelijk niets tegenover. Als je op je wagenpark bezuinigt en daarom minder onderhoud laat doen, moet je ook sneller afschrijven. Dat levert dus minder geld op. Niet één gemeentelijke begroting vermeldt echter de afschrijvingen op het groen. Politici kunnen de volle mep van het bezuinigde bedrag elders inzetten. Uiteindelijk snijden ze er zichzelf mee in de vingers, maar de politiek is vaak wat ad hoc. Wie dan komt, wie dan zorgt.”

Dat moet anders, vindt Van Heteren, die op enkele maanden na veertig jaar bij een hoveniersbedrijf in dienst was. „Op de begroting van een gemeente staat wel wat er aan groen is en wat het aan onderhoud kost”, legt de Veenendaler uit. „Er zijn verschillende onderhoudsniveaus. Stel dat een gemeente wil bezuinigen op het onderhoud en een tandje minder ook wel goed vindt, dan dalen de onderhoudskosten. Als we van onderhoudsniveau A naar niveau B gaan, kunnen we zoveel ton ergens anders voor gebruiken, roept de politiek. Op de begroting is echter niet te zien wat er als gevolg van de bezuinigingen meer zou moeten worden afgeschreven. Gebouwen, machines, het wagenpark, al het onroerend goed staat op de begroting. Daarop worden ook de jaarlijkse afschrijvingen meegenomen, zodat er op den duur gewoon geld is voor vervanging. Bij het groen wordt dat niet gedaan.”

Van Heteren pakt de begroting van de gemeente Veenendaal er bij. „Op een totaalbedrag van zeg maar 160 miljoen euro is wat de raad bezuinigt op groenonderhoud echt niet zo veel. Maar 1 procent. Punt is echter dat van zo’n gemeentelijke begroting 80 procent vaststaat: gebouwen, wagenpark, ambtenaren. Bezuinigen kan maar op 20 procent van de begroting. Vanuit dat oogpunt gaat het ineens om behoorlijke bedragen. Groen is dan een gewillig slachtoffer. Het raakt de burger niet direct. Die vindt het best, zolang de ozb maar niet omhoog gaat, bij wijze van spreken. Maar je houdt jezelf voor de gek. Je zult een boom toch een keer moeten vervangen. Net als met een auto: als je die niet op tijd doorsmeert, ben je eerder aan een nieuwe toe.”

De effecten van gemeentelijke bezuinigingen op groenonderhoud kunnen in kaart worden gebracht met een rekenmodel dat Van Heteren heeft uitgedacht. Startpunt is de vervangingswaarde van het groen. „Als je werkelijk in de gemeente al het groen plat zou zagen en er geen boom, geen struik meer zou staan, hoeveel geld heb je dan nodig om alles te vervangen? Voor Veenendaal gaat het om ruim 23 miljoen euro, voor Den Haag om 200 miljoen.”

Het verkregen bedrag beoordeelt Van Heteren vervolgens op verschillende onderhoudsniveaus. „Allerlei variaties zijn mogelijk. Een boom onderhouden op A-niveau en een struik op C. A leidt tot heel mooi, B is wat minder en bij D pleeg je nauwelijks onderhoud”, licht Van Heteren toe aan de hand van de gegevens van Veenendaal uit 2014 (zie tabel). „Soms lijkt het dat het laagste onderhoudsniveau het goedkoopst is, zelfs als je de afschrijvingen wel meeneemt.”

De Veenendaler benadrukt ook het maatschappelijke belang (de „baten”) van groen. „Zijn we werkelijk goedkoper uit als we bezuinigen op onderhoud? Hoe groener de omgeving, des te beter is het leefmilieu. Groen bevordert het welbevinden en de gezondheid van de bewoners en vermindert de het energieverbruik en de kosten voor de gezondheidszorg. Bomen, struiken en gras hebben een positief effect op de luchtkwaliteit. Groen produceert zuurstof en vangt fijnstof op. Stel dat de gemiddelde leeftijd van het plantsoen van Veenendaal vijf jaar is, dan neemt het jaarlijks 78 ton kooldioxide op. Bij een gemiddelde leeftijd van 30 jaar is dat maar liefst 400 ton. Groen verhindert ook dat in stedelijke gebieden in warme perioden hitte-eilanden ontstaan. Bij hevige regenval vangt het aanwezige groen water op. De kwaliteit van het onderhoud is bovendien van invloed op de verkoopwaarde van woningen. Een groen winkelgebied oogt vriendelijker en is economisch aantrekkelijker dan een versteend koopcentrum.” Alle voor- en nadelen vertaalt Van Heteren financieel…

Het rekenmodel biedt een realistischer kijk op de effecten van mogelijke bezuinigingen op grondonderhoud. „Als alles in beeld is gebracht, kan de gemeenteraad zich de vraag stellen waar de burger het meest mee gediend is. De raad zit er immers voor het maatschappelijk belang. Als in het voorbeeld van Veenendaal in 2014 ook de maatschappelijke baten van het groen in het rekenmodel worden betrokken, is onderhoudsniveau A zelfs goedkoper dan niveau D. Bij A heb je bovendien veel meer waar voor je geld en geweldig mooie wijken, bij D moet je genoegen nemen met de nadelige gevolgen voor onder meer de huizenprijzen en de gezondheid van de bewoners.”

Van Heteren wacht af of gemeenten gebruik gaan maken van zijn model. „Op den duur wel, denk ik. Woningstichtingen zullen er vermoedelijk eerder mee aan de slag gaan. Die zijn er veel meer bij gebaat om inzicht te hebben in de werkelijke kosten en de afschrijvingen. Ze hebben ook minder ruimte om met de bedragen te spelen.”

De Veenendaler zou wel wat voelen voor een koppeling van de ozb (onroerendezaakbelasting) aan de inrichting van de openbare ruimte. „Bij opwaardering van de omgeving worden ook de woningen meer waard. Waarom dan niet meer ozb? En een gemeenteraad die gaat bezuinigen op het groen, zou ook zo flink moeten zijn om minder ozb te heffen. Maar dat gebeurt in de praktijk niet. Veel eerder wordt én op de plantsoenen bezuinigd, én de ozb verhoogd.”


„Voor hetzelfde bladvolume zijn 2818 jonge bomen nodig”

„Als je een boom omhakt, moet je wel weten wat je daarmee kwijt bent”, zegt Wim van Heteren. Hij staat bij een 100 jaar oude rode beuk bij de Frisia-villa in zijn woonplaats Veenendaal: 24 meter hoog, 14 meter in doorsnee. In totaal ruim 840.000 blaadjes, heeft Van Heteren becijferd. Op een dag als de temperatuur naar 30 graden Celsius stijgt, neemt de boom 25,3 kilogram kooldioxide op; daartegenover staat een productie van 16,9 kilogram zuurstof en 16,9 kilo­gram aan koolhydraten. „Wil je die boom compenseren, dan zijn voor hetzelfde bladvolume 2818 jonge bomen nodig. Zo’n aantal raak je in de hele Hoofdstraat van Veenendaal niet kwijt.”

Gemeenten zouden een doordacht groenbeleid moeten voeren. „Een boom blijft niet altijd leven; het houdt een keer op.” Van Heteren heeft een straat in Veenendaal op het oog, waar grote lindebomen staan. „Die zijn echt aan de avond. Zorg er dan voor dat je in een straat erachter tijdig nieuwe bomen plant. Als die groot genoeg zijn, kun je deze oude lindes omhakken. Zo blijven er in die omgeving genoeg bomen over om de luchtstroom te sturen. Je bouwt in de ene straat iets op om in een andere wat af te kunnen breken. Zo beheers je op een goede manier het klimaat in de stad.”

Van Heteren verwijst naar Venlo en Nijmegen. „Die gemeenten hebben een jaar of vijftien geleden de krachten gebundeld, samen met Krefeld en Duisburg in Duitsland. Hun stedelijk gebied wordt met veel groen ingericht om de negatieve gevolgen op te vangen van al het fijnstof dat met oostenwind vanuit het Ruhrgebied richting Nederland waait. „Groen vermindert de concentratie van fijnstof in de lucht met 5 tot 30 procent.

Bewoners van huizen vlak achter een stenen geluidswal of glaswand klagen soms steen en been, en terecht. Door de turbulentie van de wind wordt achter zo’n wal of wand alle fijnstof en alle geluid naar beneden gezogen. Het is hetzelfde effect dat ervoor zorgt dat vrachtwagens aan de achterkant vaak zo zwart zijn. Als er meer groen zou staan, zou de concentratie van fijnstof minder hoog zijn. Deels wordt fijnstof uit de lucht gefilterd, deels stuurt het groen het over het gebied heen weg. Hoe meer fijnstof er in de lucht zit, hoe meer hoosbuien je kunt verwachten. Al dat fijnstof zouden we met het groen moeten wegfilteren of over ons gebied heen voeren. Veenendaal zou nu dus nog meer groen moeten aanplanten, anders zijn wij op termijn aan de beurt met het vuil uit het Ruhrgebied. Groen langs een rondweg zou er ook voor kunnen zorgen dat je dichter op die weg kunt bouwen, waardoor weer minder bouwgrond verloren gaat.”


Kostprijsberekening

Een kostprijsberekening voor de gemeente Veenendaal gebaseerd op de cijfers van 2014. Van al het aanwezige groen –van bomen, houtwallen en heesters tot rozen, vaste planten, gazons en speelplaatsen– is de vervangingswaarde vastgesteld. In totaal komt die neer op 23,5 miljoen euro. Vervolgens zijn voor vier onderhoudsniveaus de jaarlijkse afschrijvingen en onderhoudskosten berekend. A staat voor optimaal onderhoud, D voor zeer beperkt onderhoud. A is in onderhoudskosten 1,6 miljoen euro duurder dan D. Bij D moet wel 810.000 euro meer worden afgeschreven omdat het groen als gevolg van het geringere onderhoud minder lang meegaat. Worden de afschrijvingen en de onderhoudskosten bij elkaar opgeteld dan is A zo’n 785.000 euro duurder. Worden echter de maatschappelijke baten van het groen in de berekening betrokken, dan is de gemeente met niveau A ten opzichte van niveau D 526.000 euro goedkoper uit. Het verschil in maatschappelijke kostprijs tussen B en D is 300.000 euro, terwijl B een aanzienlijk hoger onderhoudsniveau inhoudt. Zou alleen naar de onderhoudskosten worden gekeken, dan is het verschil veel groter: bijna 1,4 miljoen euro.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer