Duizenden thuiszorgcliënten krijgen rekening te laat
Ruim 7000 cliënten van de thuiszorg krijgen de rekening voor hun eigen bijdrage te laat. Dit komt omdat de thuiszorginstellingen de gegevens over het aantal uren dat zij bij mensen gewerkt hebben, te laat doorsturen naar het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Dat blijkt uit een rapport dat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) volgende week aan minister Hoogervorst (Volksgezondheid) aanbiedt.
Formeel moeten de thuiszorginstellingen binnen vier weken informatie over de uren en de adressen aan het CAK leveren. Het CAK controleert de adresgegevens daarna bij de gemeente en stuurt de gegevens met het sofi–nummer van de cliënt door naar de belastingdienst. Deze zoekt dan het inkomen van de cliënt daarbij. Op basis van die cijfers berekent het CAK de verschuldigde eigen bijdrage en stuurt hij een factuur naar de cliënt.
Volgens het CVZ ontstaat de vertraging niet alleen door het late aanleveren van de gegevens door de thuiszorg. In 2 tot 3 procent van de gevallen lukt het niet om de adresgegevens te controleren bij de gemeente. Ook lukt het de belastingdienst niet altijd om het inkomen van de thuiszorgcliënt vast te stellen. In 12 tot 13 procent van de gevallen blijft het vaststellen van de eigen bijdrage op dit moment steken.
Voor dit laatste probleem is inmiddels een oplossing bedacht. Vanaf half mei gaat het CAK een voorlopige eigen bijdrage innen. Nalatige of langzame thuiszorginstellingen krijgen een aanmaning om sneller gegevens aan te leveren.
Nederland kende tot voor kort ongeveer 600.000 thuiszorgcliënten. De afgelopen maanden hebben echter duizenden mensen deze zorg opgezegd. Dit komt door de verhoging van de eigen bijdrage en de strengere controle op het toekennen van deze zorg, zo bleek uit een onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid. Ook de lange onzekerheid over de uiteindelijke hoogte van de eigen bijdrage kan een reden zijn geweest.