Trump wil fiscus van de kansel jagen
Een grandioos gebaar. Zo noemen evangelicale leiders de belofte van Donald Trump, enkele weken geleden, dat zodra hij president is de „spionnen van de fiscus” hun werk in de kerk kunnen staken. Trump beloofde tijdens een ontmoeting met duizend evangelicals het zogenoemde Johnson-amendement uit 1954 ongedaan te maken.
De Republikeinse presidentskandidaat vindt het onredelijk dat de Amerikaanse belastingwet het predikanten verbiedt om zich vanaf de kansel vrij uit te spreken over hun politieke opvattingen. „Ik ga me sterk maken om deze regeling ongedaan te maken. om zo de vrijheid van meningsuiting voor alle Amerikanen te garanderen”, zo beloofde hij. Die wetswijziging zou naar zijn eigen oordeel „zijn grootste bijdrage aan het christendom” zijn. „De man in de straat mag meer zeggen dan u als predikant vanaf de preekstoel.”
Het gewraakte artikel 501-c-3 van de federale belastingwet is het resultaat van een amendement dat in 1954 werd ingediend door Lyndon B. Johnson die –later– vooral bekendraakte als 36e president van de Verenigde Staten. Hij moest in november 1963 onverwacht John F. Kennedy opvolgen, nadat die in Dallas (Texas) was vermoord. Voordat hij de running mate en vicepresident van Kennedy was, zat Johnson in de Senaat en was daar een aantal jaren leider van de Democratische fractie.
Johnson kwam in 1954 met zijn amendement uit een zeker eigenbelang. Bij zijn herverkiezing als senator voor de staat Texas zat een conservatieve actiegroep hem op de hielen. Als echte Texaan wist Johnson dat het inzetten van grof geschut een probaat middel is om op het politieke slagveld te winnen. Om zijn rivalen buitenspel te zetten, stelde hij in de Senaat voor dat organisaties die belastingvrijstelling krijgen, zich niet openlijk voor of tegen kandidaten voor publieke ambten mogen uitspreken.
ANBI
De maatregel betrof een scala aan instellingen: politieke denktanks, welzijnsorganisaties, culturele instellingen en ook kerken. Laatstgenoemde had Johnson niet speciaal op het oog, maar hij nam ze wel mee in het voorstel tot aanpassing van de belastingwet.
Het probleem voor de kerken en voor andere charitatieve instellingen zit niet alleen in belastingvrijstelling voor zichzelf, maar ook in vrijstelling voor goede gevers. Mensen die geld schenken, kunnen hun giften aftrekken wanneer ze hun belastingaangifte invullen, zoals dat in Nederland geldt voor organisaties die een zogenoemde ANBI-status hebben. Wanneer predikanten zich vanaf de kansel uitspreken voor of tegen een kandidaat voor een politieke functie, kan dat ook consequenties hebben voor de giftenstroom. Verlies van de bijzondere fiscale status betekent ook dat gevers hun giften aan de kerk niet meer mogen aftrekken.
Wie zoekt in de annalen van het Congres komt nergens een verslag van een politiek debat over het Johnson-amendement tegen. Zijn voorstel werd dus zonder discussie overgenomen. „Het leek ook heel logisch”, zegt rechtsgeleerde Patrick O’Daniel van de University of Texas. „Weinigen beseften wat de impact van deze aanvulling op de belastingwet was. En nog minder mensen doorzagen dat Johnson zo zijn eigenbelang, namelijk om herkozen te worden, veilig wilde stellen.”
Dr. Robert Jeffress, predikant van de First Baptist Church in Dallas (Texas), is erg enthousiast over het plan van Trump. Zelf kreeg hij het in 2012 met de fiscus aan de stok nadat hij publiek zijn steun had uitgesproken voor de Texaanse gouverneur Rick Perry, die dat jaar een gooi deed naar de Republikeinse kandidatuur voor het presidentschap. De zaak liep met een sisser af. Maar de aversie van Jeffress tegen het fiscale slot op de mond zit diep.
„Eindelijk iemand die de moed heeft om de fiscus van de kansel te jagen”, zegt hij over Trumps idee. „Jarenlang zijn we gekneveld en mochten we niets zeggen over de kandidaten voor politieke ambten. De belastingdienst waakt over de kansel. Dat moet niet. Als Trump dit voor elkaar krijgt, wordt de vrijheid van godsdienst en die van meningsuiting weer in oude glorie hersteld.”
Jeffress, die dit jaar als een van de eerste predikanten openlijk steun uitsprak voor Trump, is de tolk van een aanzienlijke groep evangelicale voorgangers. Ook Tony Perkins, voorzitter van de conservatieve Family Research Council, en Jerry Falwell, president van de orthodox-christelijke Liberty University, hebben publiek hun instemming betuigd met de plannen van Trump.
„Met name evangelicals vinden dat in de preek iets gezegd moet kunnen worden over kandidaten voor het hoogste publieke ambt in de VS, en vooral over hun ethische opvattingen. Daar moeten ze nu over zwijgen, terwijl ze dat op grond van hun diepste overtuiging eigenlijk niet kunnen”, zegt Eric Stanley, jurist van de Alliance Defence Fund. Zijn organisatie steunt de gedachte dat het gewraakte wetsartikel moet worden geschrapt.
De achterliggende jaren heeft de Alliance Defending Freedom (ADF) al verschillende keren geprobeerd de fiscale regels aan te vechten. Tot nu toe is dat zonder resultaat gebleven. De Amerikaanse rechter is niet gevoelig voor het argument dat door de belastingregel kerken meer worden beknot in hun vrijheid dan andere instellingen. Dat is het argument dat Trump nu ook aanvoert. Het tegenargument is dat niet alleen kerken, maar ook andere stichtingen en organisaties onder deze regels vallen.
„Het verschil is dat kerken kennelijk meer behoefte hebben om zich over partijpolitieke kwesties uit te spreken dan andere organisaties”, zegt Patrick O’Daniel. „Dat is ook wel logisch. Een letterkundig genootschap dat vrijgesteld is van belasting heeft minder naar buiten uit te dragen dan een christelijke gemeente waar vanuit de Bijbel lijnen worden getrokken naar de dagelijkse levenspraktijk. Het is voor een predikant bijna ondoenlijk om te zwijgen als er in de politiek dingen gebeuren of worden verdedigd die absoluut in strijd zijn met de Bijbelse levensovertuiging.”
O’Daniel vindt echter niet dat de fiscale beperkingen een enorm probleem zijn. „Uit diverse onderzoeken blijkt dat negen van de tien predikanten weliswaar vinden dat de regels van de overheid te strak zijn, maar tegelijk zegt een even groot deel vanaf de kansel nooit partijpolitieke uitspraken te zullen doen. In de praktijk blijkt het knellen van de banden dus mee te vallen.”
Dat laatste wordt bevestigd door het geringe draagvlak voor het initiatief tot de Pulpit Freedom Sunday, die de ADF sinds 2008 organiseert. Deze speciale zondag is bedoeld om voorgangers aan te moedigen een preek over politiek te houden. In heel Amerika doen jaarlijks slechts zo’n 2000 predikanten mee.
„Daarnaast weten kerken die toch wat willen inmiddels wel waar de mazen van de wet zitten”, zegt Robert W. Tuttle, hoogleraar staatsrecht aan de George Washington University Law School in Washington. „Sommige kerken hebben een eigen, aparte organisatie voor maatschappelijke activiteiten. Daarvoor wordt dan geen belastingvrijstelling aangevraagd. Die organisatie –vaak met hetzelfde bestuur als dat van de kerk– organiseert dan een kerkdienst, huurt daarvoor het kerkgebouw en de dominee beklimt de preekstoel om een politieke preek te houden.”
Behalve deze ietwat doorzichtige ontwijking van de belastingwet zijn er ook kleine overtredingen, zoals Tuttle die noemt. „Een dominee met een speldje van een presidentskandidaat op zijn preekjas op de kansel? Daar wordt meestal niet moeilijk over gedaan. De regels zijn strikt, maar de fiscus gaat er veelal ontspannen mee om.”