Officier van Justitie N. Boersma stelt dat S., in het zaaksdossier veelvuldig voorkomend onder zijn bijnaam Guus, medeplichtig is aan de moord op de onderdirecteur van het Terra College.

Het OM vindt dat van een voorwaardelijke straf geen sprake kan zijn. Guus, die in het verleden al eens een voorwaardelijke gevangenisstraf kreeg opgelegd wegens drugshandel, zou in tegenstelling tot wat hij zelf beweert wel degelijk enige kennis hebben gehad van de plannen van Murat. Hij gaf de tien jaar jongere minderjarige scholier een geladen pistool. En het OM gaat er vanuit dat Guus vlak voor het fatale schietincident nog uitleg heeft gegeven aan Murat over de werking van het pistool.

Aanklaagster Boersma rekent het Guus zwaar aan dat hij nauwelijks pogingen heeft gedaan om Murat tegen te houden. Verder vindt ze het zeer kwalijk dat Guus de schoolleiding niet heeft gewaarschuwd en ook niet met 112 heeft gebeld. „Hij stapt in zijn auto en rijdt weg. Dat vind ik kwalijk", aldus Boersma.

Eerder op de dag gaf Guus al zijn visie op de gang van zaken op de dag dat Van Wieren werd doodgeschoten. De verdachte van het doodschieten van onderdirecteur Hans van Wieren heeft gezegd dat Guus hem vlak voor het fatale schot in de auto heeft uitgelegd hoe het wapen werkte. Guus noemt dat een leugen. Hij zegt overrompeld te zijn door Murat. „Ik zei ’Wat doet die sukkel nou?’. Pakt een pistool en loopt zomaar weg. Ik heb erg op hem gescholden, dat zal ik hier niet herhalen."

„Ik heb niks verkeerds in hem gezien. Hij leek een normale jongen. Alleen dat laatste moment… Het was een fout dat ik het wapen heb laten zien. Maar ik heb hem niet op een idee gebracht daarmee. Absoluut niet." Volgens Guus wist Murat al hoe het wapen werkte. „Hij had al eens met een zwaarder wapen geschoten. Er viel niks uit te leggen. Het is heel simpel. Je hebt de veiligheidspal en de trekker."