Twee jaar cel geist tegen Hakkelaar in belastingzaak
Officier van justitie H. Biemond heeft donderdag voor de rechtbank in Amsterdam twee jaar gevangenisstraf geist tegen de 49–jarige Johan V., wegens het niet of onjuist verstrekken van inlichtingen aan de belastingdienst.
De gewezen drugsgroothandelaar V. werd in de jaren negentig bekend als de Hakkelaar. De fiscus doet al enkele jaren verwoede pogingen ruim 120 miljoen euro belasting van V. te innen.
V. was in de tweede helft van de jaren negentig het middelpunt van het zogeheten Octopusproces, dat gold als een waar mediaspektakel. De Hakkelaar en de zijnen stonden toen terecht voor het naar Europa, Canada en de VS smokkelen van enorme partijen Pakistaanse hasj. Johan V. werd uiteindelijk veroordeeld tot 5,5 jaar cel en een miljoen gulden boete.
De boete kon V. destijds naar eigen zeggen niet betalen. Om deze kwijtgescholden te krijgen, zat hij zes maanden vervangende hechtenis uit. De fiscus bedong aan het eind van die periode met succes een gijzeling van V. voor de duur van een jaar, met als doel de opgelegde aanslag te kunnen ontvangen of bruikbare inlichtingen van V. los te krijgen. In maart 2001 kwam de Hakkelaar definitief vrij en was de fiscus nog geen stap verder. Uiteindelijk deed de behandelend belastingambtenaar aangifte tegen V., wegens zijn weigerachtige opstelling.
„Ik heb niks meer", zei V. donderdag tegen de rechtbank. Alle verhalen over hem en zijn vele tientallen en misschien zelfs honderden miljoenen drugswinsten zijn uit de lucht gegrepen of verzonnen, meent hij. Zijn advocaat R. Zilver wijst er in dat verband ook op dat het strafrechtelijk financieel onderzoek niet is uitgemond in een ontnemingsvordering. De reden daarvoor is duister gebleven. Het is gebruikelijk dat drugshandelaren van het formaat van de Hakkelaar door justitie „geplukt" worden. Voor V. is het uitblijven hiervan wel duidelijk: „Ze zouden niks bij me gevonden hebben."
De strafzaak tegen de Hakkelaar, die mede de aandacht trok doordat justitie gebruikmaakte van criminele kroongetuigen, ging destijds gepaard met zeer strenge veiligheidsmaatregelen. Na zijn veroordeling werd V. opgesloten in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. Hij verbleef daar 27 maanden, waarvan zeven maanden in beprekingen (geen bezoek). Dit extreem zware detentieregime resulteerde in een posttraumatisch stress–syndroom. V. is nog steeds onder behandeling van een psycholoog. Hij meent dat zijn door de gevangenschap veroorzaakte geestestoestand er mede toe heeft geleid dat hij de fiscus onvoldoende ter wille kan zijn.
Officier Biemond meent dat V. een „totale minachting" voor het belastingstelsel heeft. „Als je maar overal lak aan hebt, hoef je uiteindelijk niet aan je belastingplichten te voldoen." De belastingdienst weet niet of de aanslagen ooit geïnd zullen kunnen worden, maar blijft azen op mogelijkheden daartoe.
Uitspraak op 29 april.