Kamer akkoord met soepeler werktijden
Een meerderheid van de Tweede Kamer staat achter vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet. Minister De Geus van Sociale Zaken kreeg donderdag steun voor zijn plan om arbeids– en rusttijden minder van bovenaf op te leggen en meer aan werkgevers en werknemers zelf over te laten.
De Geus bestreed het beeld dat hij van plan is de werknemers het recht op pauze af te nemen. Nu ligt er nog veel vast. In de nieuwe wet worden frequentie en moment van de pauze overgelaten aan werkgevers en werknemers. „Het recht op pauze blijft, maar het keurslijf verdwijnt", aldus de CDA–bewindsman.
In zijn nieuwe plannen is het voldoende om een maximumarbeidstijd van twaalf uur per dag en zestig uur per week in te stellen. Per bedrijf of instelling kunnen dan collectieve of individuele afspraken over arbeid en rust per dag of per week worden gemaakt. Wel zijn er beperkingen. Zo mag een werknemer in dertien weken gemiddeld maximaal 48 uur per week werken. Voor nachtwerkers geldt niet meer dan acht uur per dienst over een periode van dertien weken.
De coalitiepartijen CDA, VVD en D66 steunen De Geus. De linkse oppositiepartijen hebben er geen vertrouwen in. Zij verwachten dat werkgevers misbruik maken van de vrijheid die ze krijgen en werknemers in ongewenste dienstroosters zullen drukken. De ChristenUnie was blij met de toezegging van de minister dat aan de zondagsrust niet zal worden getornd.
Met de coalitiepartijen is MKB–Nederland te spreken over de plannen van De Geus. Volgens de werkgeversorganisatie van kleine en middelgrote bedrijven is haar achterban gebaat bij een flexibele inzet van personeel. Deze ondernemingen kunnen in tegenstelling tot grote bedrijven niet putten uit een omvangrijk reservoir aan werknemers. Dat breekt kleine en middelgrote bedrijven op in drukke perioden, aldus MKB–Nederland.
Ondernemingsorganisatie VNO–NCW, die naast kleine bedrijven ook de belangen van multinationals behartigt, benadrukt dat ook grote ondernemingen belang hebben bij minder dwingende arbeidstijden om zo beter in te kunnen spelen op schommelingen in de productie.
De vakcentrales zijn minder te spreken over de versoepeling. Het komt de bescherming de werknemer niet ten goede en is slecht voor de relatie tussen werkgever en werknemer, meent de CNV. De FNV wijst erop dat het nog geen gelopen race is. Het was een debat op hoofdlijnen en het onderwerp komt in de Sociaal–Economische Raad nog aan de orde. „Vertegenwoordigers van de FNV zullen voor dat debat mes en vork meenemen".