Het zijn aangrijpende woorden uit Ezechiël 34, zei de predikant van de gereformeerde gemeente te De Valk-Wekerom. De onderherders hebben wel de kudde geweid, maar niet zoals de Heere het wil. „Het Woord moet recht gesneden worden, op het zendingsveld en in Nederland. Wat een wonder dat de profeet ook mag zeggen dat God Zelf naar Zijn schapen zal vragen. Want anders was ‘t verloren. De Heere gaat door met naar Zijn schapen te vragen, daarom kan er zending bedreven worden, en daarom zullen ze ook komen, uit het noorden, oosten, zuiden en westen.”

Een herder valt op door zijn kleed, zijn tas, zijn staf, zijn fluit en zijn stal, zei ds. Van Boven. Zo is het ook met de grote Opperherder. „Hij draagt een schapenkleed, want Hij is de schapen in alles gelijk geworden. In zijn tas heeft Hij alle medicijnen die nodig zijn om bij de schapen de dodelijke kwaal open te leggen. Zijn staf is als het Woord en de Geest, waarmee de ware schapen worden geweid en onderwezen. Hij gebruikt Zijn fluit om de schapen bijeen te roepen, om ze uiteindelijk te brengen in de stal, waar het eenmaal zal zijn één kudde en één herder.”

Deze herder zoekt het verlorene, raapt op wat niet waardig is om opgeraapt te worden, wat zichzelf niet meer helpen kan. „Dat is Zijn eigen werk, Hij heeft daartoe Zelf de weg gebaand, om verloren schapen weer in een verzoende betrekking tot God te brengen. Dat doet Hij nog steeds, ook in 2016, te midden van veel beroering in de wereld en in de kerk.”

Ds. G. Beens sprak aan de hand van Johannes 3 over de geschiedenis van Nicodemus. Nicodemus krijgt onvoorwaardelijk onderwijs, persoonlijk onderwijs en separerend onderwijs. „Nicodemus is een deftige man, een orthodoxe Jood. Hij moet, net als wij, verlost worden van alle orthodoxie, want met dode orthodoxie kunnen we niet sterven”, zei de predikant uit Kootwijkerbroek.

Midden in de nacht vindt Nicodemus bij Jezus een open deur. „Jezus ontvángt hem zelfs.” Midden in de nacht klinkt er een dubbel Voorwaar. Alsof er in de nacht „Amen, ja amen” klinkt. „Nicodemus krijgt een boodschap bij God vandaan: „Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.” Dat is een woord voor Jood en heiden, een woord vanuit het Goddelijk welbehagen, want er moet een wonder Gods in het leven gebeuren. Een wonder kan maar van één kant komen. Een wonder gebeurt als God doet wat niet meer kan. Dan gaat Hij, door het dierbare werk van de Heilige Geest, naar de rijkdom van Zijn genade, een mens bearbeiden tot de zaligheid. Zo wordt er weer een weg geopend om een plekje te mogen krijgen in het Koninkrijk Gods, dat is: in Zijn tegenwoordigheid, in Zijn gunst, en in Zijn gemeenschap.”

De middag werd geopend en gesloten door ds. D. de Wit, predikant van Barneveld-Centrum. In een slotwoord voor de kinderen zei ds. De Wit, naar aanleiding van Johannes 10:14 („Ik ben de goede Herder”): „Deze Herder staat nooit alleen, Hij heeft schapen en kent al hun namen. Die schapen heeft Hij van Zijn Vader ontvangen. Die schapen zijn vaak verkeerd, goddeloos, ze lopen nogal eens weg, maar deze Herder zoekt ze op en brengt ze terug. In de hemel zal deze Herder verblijd zijn als er ook veel kinderen zullen binnenkomen. Als jij bij deze Herder gebracht mag worden, dan kun je nu door de tijd en straks naar de eeuwigheid.”

De Veluwse zendingsmiddag is een initiatief van de kerkenraden van de gereformeerde gemeenten te Barneveld-Centrum, Barneveld-Zuid, De Valk-Wekerom en Kootwijkerbroek. De zendingsmiddag, die gehouden werd in de kerk van de gereformeerde gemeente te Barneveld-Centrum, werd bezocht door ongeveer 1500 mensen.