Dagen van Noach zullen er zijn tot het einde van de wereld
Ieder jaar denk je het weer. Dat de vakantieperiode in de zomer een scharnierpunt zal zijn dat het leven volledig ten positieve doet kantelen. Weg van de drukte, de hectiek. Even ontspannen, een andere omgeving, rust. Maar ieder jaar weer blijkt het een illusie. Geweld, verdriet en rouw nemen nooit vakantie.
Hoe zal er later teruggekeken worden door kinderen en kleinkinderen op die eerste zestien jaren van de 21e eeuw? En in welk jaar moet je dan eigenlijk beginnen? Of kun je maar beter niet proberen in de rampen en ellende enige chronologie aan te brengen?
Er was die zomer waarin Anders Breivik 77 kinderen doodschoot.
Er waren zomeroorlogen in Libanon en Gaza waarbij tal van slachtoffers vielen.
Er was die zomeravond waarop moslimterroristen onder het aanroepen van de naam van Allah tientallen mensen doodden op een Turks vliegveld.
Die julimaand waarin een vliegtuig boven Oekraïne uit de lucht werd geschoten waardoor honderden burgers de dood vonden. Families in diepe rouw, een land in shock. Vliegtuigen die als zilveren vogels de doden thuisbrachten. Een oneindige stoet lijkwagens die als een rouwlint over de snelwegen slingerde.
Er was die julimaand, een paar jaar later, waarin op één dag bijna 200 mensen werden vermoord bij aanslagen in Irak.
Er waren gruwelijke schietpartijen in de Verenigde Staten. Tientallen mensen vonden de dood in een bar. Een paar weken later werden vijf agenten doodgeschoten. Alleen omdat iemand blanke mensen wilde vermoorden.
„Gewoon doorleven en doorgaan”, wordt dan gezegd.
„Als we thuisblijven, hebben de terroristen hun zin.”
Westerse logica die houvast moet geven in angstige tijden. Maar kun je dat wiebelende koord aan de rand van het ravijn echt een houvast noemen?
Zomers brengen geen rust. Vakanties evenmin. Want als er geen geweld is, dan is er wel rumoer in de politiek. Een brexit. Of een presidentskandidaat in de VS die met een minimum aan kennis en een maximum aan gevoel voor dramatiek de zotste dingen roept.
En afsluiten voor al dat nieuws kunnen we ons simpelweg niet meer. Met dank aan de moderne techniek weten we áltijd álles. En áltijd is te vaak. En álles is te veel.
„Dagen van Noach”, noemt de Bijbel deze tijd. Dagen waarin het leven z’n gewone gang gaat. Waarin de caravan ingericht, het vakantiehuisje besproken, het hotel geboekt wordt. Dagen waarin het pas gekochte huis wordt geschilderd en bemeubeld. Dagen waarin er gewerkt of gerust wordt. En plotseling is er dan dat geweld, die aanslag, dat afschuwelijke ongeluk.
Dagen van Noach zullen er zijn tot de jongste dag. Te hopen is echter dat er in die dagen niet het ongeloof is van toen, maar geloof dat dieper wortelt dan: „We moeten maar gewoon doorleven.” Geloof in de wetenschap dat er een God is, Die ook in de dood ons leven sparen wil.