De officieren van justitie spraken hun strafeis bij verstek uit, omdat het viertal zich inmiddels al enkele jaren in Syrië of Irak bevindt. Er waren ook geen advocaten om hun belangen te behartigen.

De vier kwamen bij de Nederlandse autoriteiten in beeld tijdens een onderzoek naar jihadgangers, dat in april 2013 startte en waarin het Openbaar Ministerie (OM) uiteindelijk zeventien verdachten op de korrel nam. Tien van hen stonden vorig jaar al voor de rechter vanwege verboden activiteiten in Nederland. Het proces tegen nog eens drie Syriëgangers wordt later gevoerd. In hun zaken zijn advocaten ingeschakeld die aanvullende onderzoekswensen hebben ingediend.

Het OM noemde de vier Syriëgangers schuldig aan deelname aan een terroristische organisatie, het voorbereiden van terroristische misdrijven en opruiing door de gewapende strijd voor de jihad via social media aan te prijzen. De jihadisten verlieten Nederland onafhankelijk van elkaar in 2012 en 2013, volgens het OM steeds kort nadat ze in aanraking waren gekomen met „radicaal, extremistisch gedachtegoed’. Drie van hen hebben een strafblad.

Van het viertal is de 28-jarige Driss D. mogelijk overleden. Zijn familie heeft al maanden geen teken van leven gekregen en heeft ook berichten ontvangen dat hij zou zijn gedood. Zolang daar geen onomstotelijk bewijs voor is, vindt het OM dat het proces tegen de man gewoon moet worden gevoerd.

Volgens de aanklagers speelt daarbij een rol dat het overlijden van jihadstrijders kan worden ,geënsceneerd” om hen in staat te stellen „onder de radar” te blijven. „Er kan een belang bij zijn dat iemand wordt dood gewaand”, zei één van de officieren.

De rechtbank doet op 22 juli uitspraak.