Zware aanklacht Turkije tegen Nederlandse vrouwen
Het Turks openbaar ministerie beschuldigt twee Nederlandse vrouwen van medewerking aan heroïnehandel en deelname aan een criminele organisatie. Dat bleek dinsdag tijdens een zitting in de staatsveiligheidsrechtbank in Izmir (Turkije).
Volgens de advocaat van de vrouwen, M. Marangoz, komen de beschuldigingen van het OM neer op een maximumcelstraf van twaalf jaar. De twee vrouwen blijven vastzitten tot 12 mei, als de rechtbank uitspraak doet. Anna Maria S. en haar nicht Linda F. hebben altijd ontkend dat ze iets te maken hadden met het in de kiem gesmoorde drugstransport.
Tijdens de inval in het hotel waar S. en F. verbleven, vond de politie de drugs in koffers op hun kamer. Inmiddels zijn er drie Nederlanders wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. De twee mannen die eveneens verdachten zijn in deze zaak, hebben hun aandeel in de smokkel als leverancier bekend.
Eind september verklaarden de mannelijke verdachten tevergeefs dat de vrouwen niets van de smokkel wisten. Ook pleidooien van de advocaat van de vrouwen om zijn cliënten wegens gebrek aan bewijs vrij te laten, mochten niet baten. De rechters schortten het proces op formele gronden steeds op.
Semiramis, een Turkse vrouw, heeft enkele maanden samen met Anna Maria en Linda in de gevangenis in Izmir gezeten en bezocht dinsdag de rechtszaak van haar voormalige celgenoten. Volgens haar zitten de Nederlandse vrouwen met bijna dertig vrouwen opgesloten in een ruimte van ongeveer 8 bij 15 meter. „Het leven daar is zwaar”, vertelt Semiramis.
Over hun vermeende rol als drugskoerier werd niet veel inhoudelijk gesproken, zegt Semiramis. „Anna Maria en Linda zeiden wel dat ze onschuldig zijn.”
Volgende maand moet blijken of de rechters de Nederlandse vrouwen geloven.