Passend onderwijs verloopt nog niet soepel
UTRECHT (ANP). Een kwart van de leerlingen met een beperking vindt dat docenten daar niet genoeg rekening mee houden. Eén op de vijf leerlingen is ontevreden over de beschikbare hulpmiddelen en aanpassingen die de school aanbiedt. Dat blijkt uit de jaarlijkse LAKS-monitor onder ruim 88.000 middelbare scholieren, die vrijdag is gepresenteerd.
Het instromen van leerlingen met een fysieke of mentale beperking in het reguliere onderwijs, dat bekend staat onder de naam ‘passend onderwijs’, werd ingevoerd in het schooljaar 2014/2015. Volgens het LAKS geven de cijfers aan dat er nog behoorlijk wat kinken in de kabel zitten en dat scholen nog veel stappen moeten zetten.
De beperkingen waar de leerlingen mee kampen, zijn dyslexie (35 procent), ADHD/ADD (19 procent), long-/ademhalingsproblemen (15 procent), migraine/ernstige hoofdpijn (12 procent) en een vorm van autisme (7 procent).
Verder blijkt uit de LAKS-monitor dat leerlingen in het praktijkonderwijs en op het vmbo opvallend vaak ontevreden zijn over de veiligheid en sfeer op school. Gemiddeld genomen over alle schooltypen is 8 procent van de leerlingen ontevreden over de veiligheid, onder leerlingen van het praktijkonderwijs is dat 17 procent en onder vmbo’ers 13 procent. Op die schooltypen zijn leerlingen ook het vaakst ontevreden over wat de school doet tegen pesten.
Het LAKS vindt dat scholen voor praktijkonderwijs en vmbo hun leerlingen moeten laten meedenken over het beleid rond veiligheid en pesten. Ook gaat het LAKS de kwestie voorleggen aan het eigen vmbo-panel met 150 leerlingen.