Schrijvers komen op voor Letterkundig Museum
DEN HAAG (ANP). Een groep bekende schrijvers en illustratoren schrijft in een brandbrief aan minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) meer geld vrij te maken voor het Letterkundig Museum in Den Haag. De huidige financiële middelen van het museum zijn ontoereikend, stellen de opstellers onder aanvoering van Adriaan van Dis.
De collectie van de instelling komt tot stand komt doordat zij hun archieven aan het museum schenken. „Het Letterkundig Museum is het Rijksmuseum voor Literatuur. Schrijvers en illustratoren, dan wel hun erven, dragen literaire correspondenties, handschriften, of originele kinderboekenillustraties in goed vertrouwen, en veelal pro deo, over aan dit museum, dat - goed beschouwd in opdracht van de staat - de nationale verzameling schrijversarchieven en illustratorencollecties beheert”, staat in de brief.
Dat schept verplichtingen van de minister, menen onder anderen Abdelkader Benali, Remco Campert, Anna Enquist, A.F. Th. van der Heijden, Guus Kuijer en de erven van Harry Mulisch. Sinds de bezuinigingen in 2013, toen het museum flink werd gekort in subsidie, kan het instituut zijn taak niet langer op een verantwoorde manier uitoefenen, schrijven ze verder in de brief. Hierdoor werd onder meer bijna een derde van het personeel noodgedwongen ontslagen.
Ook veertig hoogleraren, biografen, literatuuronderzoekers en critici hebben een brief gestuurd aan de minister om de penibele situatie van het Letterkundig Museum onder de aandacht te brengen.