Jozef en Emilia vonden elkaar na jaren terug
OOSTERBEEK. „Zal ik u een geheim vertellen?” zegt de dochter van Jozef Wojciechowski. „Mijn vader vond mijn moeder direct leuk. Maar andersom kwam dat later pas.” Het eerste gebeurde in Siberië, het tweede in Schotland. De Poolse veteraan glundert. „Het is helemaal goedgekomen.”
„Drieënnegentig jaar, acht maanden en vijf dagen oud”, was Wojciechowski donderdag, toen hij samen met zijn dochter Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek bezocht. Ook andere details uit zijn lange leven noemt hij moeiteloos op.
In het museum is vanaf morgen een expositie over Wojciechowski’s belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog te zien. Zijn jarenlange zwerftocht én die van zijn latere vrouw staan er tot in detail op een muur vermeld.
In zijn rolstoel zit de veteraan opeens oog in oog met zichzelf: zijn trouwfoto van 70 jaar geleden staat uitvergroot in een vitrine. Aan de andere kant prijkt een radiotoestel zoals hij dat als verbindingsman in het Poolse leger gebruikte. Jozef nam dienst om te helpen bij de bevrijding van zijn vaderland. In plaats daarvan landde hij in Nederland. Hij was een van de Poolse parachutisten die bij Driel werden afgeworpen om deel te nemen aan de Slag om Arnhem.
Van die Poolse bevrijders zijn er niet veel meer in leven, zegt Wojciechowski. „In Engeland wonen er zes; in mijn regio, Bradford, ben ik de enige.” In 1968 kwam hij voor het eerst na 28 jaar weer in Polen. Eerder konden zijn kameraden en hij niet terug: ze hadden aan de zijde van de westerse geallieerden gevochten en werden daarom door Stalin als verraders beschouwd. Sommige militairen werden na terugkeer in Polen gefusilleerd. „Met de komst van de Russen begon voor mijn vaderland de tweede bezetting.”
Naar Siberië
Met die Russen maakte Wojciechowski grondig kennis toen hij op 10 februari 1940 werd gedeporteerd. „Om vier uur ’s morgens werd er op de deur geslagen. Toen ik opendeed, zetten twee Russen me een bajonet op de borst. Mijn moeder en ik kregen vijftien minuten om onze spullen bij elkaar te pakken. Een goedwillende officier vertelde ons wat we het best mee konden nemen.”
Polen was in september 1939 door Duitsland en Rusland veroverd. Vele tienduizenden Polen werden vermoord, en meer dan een miljoen werden naar Kazachstan, Siberië of Noord-Rusland gedeporteerd. „Toen ik lopend in een Siberisch dorpje arriveerde, kon ik mijn ogen niet geloven: een Russische burger wachtte ons op met brood en zout. De bevolking waa goed voor ons.”
In het interneringskamp ontmoette hij Emilia, zijn latere vrouw. Ze leefden er onder erbarmelijke omstandigheden. Veel Polen kwamen om.
Herenigd in Schotland
Toen Hitler in 1941 voor de Sovjet-Unie van een vriend in een vijand veranderde, werden de Polen vrijgelaten, omdat ze nu mét de Russen tot het geallieerde kamp behoorden. Per trein werden ze naar het zuiden vervoerd, maar Jozef verloor Emilia uit het oog: het treinstel waarin zij zat, werd onderweg afgekoppeld.
Via het Midden-Oosten en Afrika kwam hij in Schotland terecht. Hij vernam waar Emilia zat en schreef haar of ze iets van zijn moeder wist. „Ze kreeg mijn brief pas na een jaar en vier dagen, in Oost-Afrika.”
En toen duurde het nog even voordat hij haar in 1944 in Schotland terugzag, waar ze als vrijwilligster in het leger dienst deed als kok. Een zwerftocht door drie werelddelen lag achter hen.
Het is de twaalfde keer dat Wojciechowski is Nederland terug is, bijna 72 jaar na zijn inzet tijdens operatie Market Garden.
Nieuwe aanpak Airborne Museum Hartenstein
”Going Home. Jozef and Emilia” is tot 31 december te bezichtigen. Het is de tweede van een reeks wisselexposities waarmee het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek persoonlijke verhalen meer voor het voetlicht wil brengen. Het is de eerste fase van een herinrichting van het museum, waarbij de villa zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. In de expositie krijgen oorlogsobjecten een prominentere rol.