Binnenland

Goesenaar vindt unieke gouden munt

GOES. Een uniek exemplaar waar menig verzamelaar van zal watertanden. Zo noemt het Amsterdamse veilinghuis Schulman de gouden munt die Hilderik Jan van Schaik (47) vond. De munt is ten minste 10.000 euro waard.

Jan Dirk van Scheyen
1 June 2016 09:14Gewijzigd op 16 November 2020 03:55
De munt die Hilderik Jan van Schaik uit Goes onlangs vond, blijkt een uniek exemplaar van Hendrick van Brederode uit 1550 te zijn. De geschatte waarde is minstens 10.000 euro. beeld Ruben Oreel
De munt die Hilderik Jan van Schaik uit Goes onlangs vond, blijkt een uniek exemplaar van Hendrick van Brederode uit 1550 te zijn. De geschatte waarde is minstens 10.000 euro. beeld Ruben Oreel

Op een graslandje bij Waalwijk was de Goesenaar Van Schaik onlangs met een metaaldetector naar munten aan het zoeken. Opeens hoorde hij een korte, heldere ping, wat betekende dat hij op iets bijzonders was gestuit. Want hoe zuiverder het gevonden materiaal, des te helderder klinkt het signaal van de detector. Wie schetst zijn verbazing toen bleek dat hij zojuist een Sint-Jansgoudgulden had gevonden.

Navraag bij muntenveilinghuis Schulman in Amsterdam leerde dat er sinds 1880 slechts één Sint-Jansgoudgulden is geveild: in 2001. De koper was toen De Nederlandsche Bank, die er 16.500 gulden voor gaf. Extra bijzonder aan de vondst van Van Schaik is dat zijn munt een extra klopje (een kenmerk van de munter) heeft in de vorm van het wapen van Zeeland, dat links op de kop van het geldstuk is geslagen.

De munt dateert uit 1550. Op de voorzijde is Johannes de Doper afgebeeld met het Lam Gods, op de keerzijde een leliekruis met de wapens van Brederode, Mark, Vianen en Ameide-Nieuwenaar.

Nog één poging

„Ik vond de munt op een hoekje van het veld toen we al op het punt stonden terug naar huis te gaan”, vertelt Van Schaik. „Ik doe nog één poging, dacht ik. Toen hoorde ik dat signaal. Heel zuiver. De jongens met wie ik aan het zoeken was, wilden daarop natuurlijk langer blijven, enthousiast als ze waren door de vondst. Pas een uur later vertrokken we.”

Eens in de zes weken gaat Van Schaik mee met zijn zoon van 
15 jaar, wanneer die met een aantal zoekmaatjes eropuit trekt met de metaaldetector. Dit keer was zijn zoon er niet bij, vanwege examens. „Anders had híj hem misschien wel gevonden.”

Thuis ontdekte Van Schaik dat het Teylers Museum in Haarlem de munt niet in de collectie had. Dit museum heeft een uitgebreide munten- en penningenverzameling. De museumconservator adviseerde Van Schaik desgevraagd de vondst te laten taxeren. Uiteindelijk kwam de Goesenaar bij Schulman terecht, die vast­stelde dat de munt ten minste 
10 mille waard is, maar bij verkoop nog veel meer kan opbrengen. De goudschat is inmiddels voor 15 mille verzekerd. Van Schaik heeft de munt bij Schulman ingeleverd. Daar wordt deze nu bewaard nadat de veiling eerst de echtheid had vastgesteld.

Riskant

Van Schaik wil de munt niet meer in huis hebben. Te riskant. Hij had zijn vondst al gedeeld op internet. En op de fora die hij bezoekt, kijken ook lieden met minder goede bedoelingen mee. Het liefst verkoopt hij de munt aan het Teylers Museum.

De munt is destijds geslagen door Hendrick van Brederode, een vermogend man die onder zijn naam goudguldens muntte, wat officieel niet was toegestaan. Dat verklaart misschien de aanwezigheid van het extra klopje. De waarde stond gelijk aan die van een volledige woning. Veilinghuis Schulman heeft ook twee valse exemplaren van de Sint-Jansgoudgulden getraceerd. Het gewicht ervan week af: ze wogen 2,9 gram in plaats van 3,2 gram. De munt van Van Schaik woog 3,25 gram. „Iets meer, maar ik had hem nog niet goed schoongemaakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer