VU presenteert eerste ‘robotbaby’
UTRECHT. Onderzoekers van de VU in Amsterdam hebben in Utrecht de eerste ‘robotbaby’ gepresenteerd. ,,Een doorbraak”, aldus hoogleraar kunstmatige intelligentie Guszti Eiben.
UTRECHT. Onderzoekers van de VU in Amsterdam hebben in Utrecht de eerste ‘robotbaby’ gepresenteerd. ,Een doorbraak”, aldus hoogleraar kunstmatige intelligentie Guszti Eiben.
In de Jaarbeurs in Utrecht vindt op dit moment de Campus Party plaats. Op het hoofdpodium van de technologiebeurs onthulde hoogleraar Eiben donderdagmiddag zijn eerste robotbaby. Het VU-team is er, na jaren van onderzoek, in geslaagd twee robots zich te laten voortplanten. ,Geweldig”, reageerde Eiben.
De VU-onderzoekers hebben een systeem ontwikkeld waarbij twee robots elkaar tegenkomen, via wifi informatie uitwisselen over hun eigenschappen (,DNA”) en een computer met 3D-printer opdracht geven een compleet nieuwe robot met unieke eigenschappen te bouwen.
Met deze stap is het de onderzoekers gelukt een robot zich te laten evolueren qua brein én qua fysieke vorm. De nieuwe robotbaby heeft bijvoorbeeld blauwe armen van de ‘vader’ en groene armen van de ‘moeder’.
Eiben heeft een ‘geboortekliniek’ ontwikkeld, een ‘kleuterschool’ en een ‘arena’ waar de robots worden geboren, leren lopen en werken en zich uiteindelijke kunnen vermenigvuldigen.
De technologie kan op termijn bijvoorbeeld worden gebruikt in de ruimtevaart of in de diepzeemijnbouw, maar ook bijvoorbeeld in bejaardenhuizen of de tuinbouw. De VU-hoogleraar hoopt –met geldschieters– over vijf tot tien jaar robotfokkerijen te kunnen opzetten.
De vrees bestaat dat de techniek op een onbeheersbare manier gaat heersen over de mensheid. ,Het is goed om daar over na te denken”, reageert Eiben. Hij wijst erop dat de ‘voortplanting’ plaats vindt vanuit één centraal punt. Met één druk op de knop is het proces volgens hem te stoppen.