Binnenland

Laatste spreekuur voor Rijssense dokter

In Coevorden werd hij geboren, in Staphorst begon hij als huisarts en binnenkort stopt hij na dertig jaar met zijn praktijk in Rijssen. Voor de 62-jarige huisarts H. G. Meppelink -een van de twaalf Rijssense huisartsen- lonkt het pensioen. Maar hij voelt zich te jong om helemaal te stoppen. „Graag wil ik iets in mijn vak blijven doen, maar dan buiten Rijssen. Ik stop hier omdat het voeren van deze praktijk mij op den duur te zwaar zou worden.”

8 April 2004 09:56Gewijzigd op 14 November 2020 01:07

Volgende maand behandelt de in 1942 geboren Meppelink zijn laatste patiënten. Na zijn studie in Leiden kon hij in 1971 als huisarts aan de slag in Staphorst. Drie jaar later vertrok hij naar Rijssen.

Over zijn specifieke ervaring in Rijssen spreekt Meppelink liever niet. „Dan heb je het algauw over voorvallen met patiënten, en dat kun je als huisarts natuurlijk niet doen.”

Staphorst en Rijssen, waarom wilde u werken juist in deze voor een groot deel christelijke gemeenschappen?
„Daar is geen opzet bij geweest en de overstap tussen beide plaatsen was puur toeval. Overigens voel ik mij tussen deze reformatorische mensen heel goed thuis. Zelf ben ik niet kerkelijk meelevend; ik ben vrijzinnig hervormd en lid van de Nederlandse Protestanten Bond. Vrijzinnigheid heeft een grote mate van tolerantie in zich. Ik heb diep respect voor ieders opvatting, welke die ook moge zijn.”

Hoe kijkt u dan aan tegen euthanasie?
„Euthanasie heeft in mijn loopbaan gelukkig nooit een grote rol gespeeld. Ik besef heel goed, dat ik als huisarts voor een moeilijke keuze kom te staan. Ik heb altijd geprobeerd in samenspraak met mijn patiënt en de naaste omgeving het beloop van het ziekbed zo goed mogelijk richting te geven. De palliatieve zorg krijgt in ons land gelukkig steeds meer nadruk. Ik kan zeggen dat ik het woord ”gelukkig” niet voor niets gebruik. Hiermee kan eenieder aanvoelen hoe ik over euthanasie denk.”

Hoe ging u zelf om met menselijk leed?
„Natuurlijk heb ik als arts veel trieste gebeurtenissen meegemaakt. Maar dat hoort bij het leven en ook bij mijn baan als huisarts. Het ene geval grijpt dieper in dan het andere. Het is niet zo dat ik aan het einde van de werkdag de deur van mijn praktijk dichttrek en alle zorgen daar laat. Ik probeer mijn werk zorgvuldig te doen. Iedereen kan fouten maken, ook een arts, maar een medische fout kan grote gevolgen hebben. Dat was altijd een hele last voor mij.”

Is de mentaliteit van uw patiënten in de afgelopen dertig jaar veranderd?
„De patiënt is tegenwoordig beter geïnformeerd dan vroeger. De media hebben daar voor een groot deel aan bijgedragen. Gezondheidsrubrieken in de kranten vind ik vaak erg goed. Daar staat veel informatie in, geschreven in voor een leek begrijpelijke taal. Kijk, ik kan als arts verstand hebben van geneeskunde, maar het is een kunst apart om aan mensen uit te leggen hoe het menselijk lichaam werkt en wat medicijnen precies doen.”

Bent u ook zo positief over gezondheidspagina’s op internet?
„Internet is een prachtig medium. Je kunt veel informatie over ziektebeelden vergaren en daar met je huisarts over praten. Zo kan het gebeuren, dat de patiënt over een bepaalde ziekte heel veel weet en daar dus goed met zijn huisarts over kan praten.”

Wat vindt u van het voorstel dat mensen geld terugkrijgen als ze een jaar lang geen dokter bezoeken?
„Geld mag nooit een rol spelen in de toegang tot de zorg, vind ik. Ook dit regeringsvoorstel gaat weer ten koste van de minst draagkrachtigen. Dit soort voorstellen hoort niet thuis in een land dat pretendeert een christelijke natie te zijn.”

Is de toenemende vetzucht en een gebrek aan beweging echt zo verontrustend als het ons in de media wordt voorgehouden? „Dat probleem is inderdaad groot. Overmatig consumeren in combinatie met een gebrek aan beweging kom je steeds meer tegen, ook onder jongeren. Welvaart is de grootste boosdoener. Zoals ik al zei: mensen eten onverstandig en bewegen weinig. Lopen en fietsen is er niet meer bij, want voor elk wissewasje wordt de auto gepakt. De bloeddruk en het cholesterolgehalte stijgen en het aantal gevallen van suikerziekte neemt toe.”

Maar er zijn toch cholesterolverlagende levensmiddelen en medicijnen te koop?
„Dat kan best waar zijn, maar met die producten is ook de commercie gediend. Laten we eerst maar eens stoppen met roken, overmatig eten en drinken van alcohol. En laten we vooral meer bewegen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer