Het doel van 100 procent duurzame palmolie is niet gehaald, maar toch is er tevredenheid over het resultaat. „84 procent is een goed resultaat, zeker als je kijkt waar we vandaan zijn gekomen. Bij de eerste meting eind 2011 kwamen we uit op 30 procent. Die 100 procent is een kwestie van tijd en dat is de volgende uitdaging om dit te bereiken”, aldus een woordvoerder van MVO, de ketenorganisatie van oliën en vetten.

Palmolie is de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld. Het wordt onder meer verwerkt in producten als zeep, margarine en dierenvoer. Alle leden van de Task Force, acht brancheorganisaties uit de voedingsmiddelenindustrie, hebben wel de 100 procent-score gehaald. Maar niet alle partijen uit de Nederlandse palmoliemarkt zijn hierbij aangesloten. Volgens de Task Force is het zaak om de laatste Nederlandse bedrijven en sectoren zo snel mogelijk te laten overstappen naar duurzame palmolie.

Dat geldt ook voor de rest van Europa. Samen met tien landen - Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk, Italië, België, Zweden, Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland - is de ambitie om in 2020 in heel Europa alleen nog duurzame palmolie te verwerken.

Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel) krijgt het rapport van de Nederlandse Task Force donderdagmiddag uitgereikt.

Volgens Greenpeace kloppen de cijfers van het samenwerkingsverband niet omdat een van Nederlands grootste leveranciers, IOI, onlangs zijn duurzaamheidscertificaat verloor. „De cijfers die de Taskforce presenteert, zijn een wassen neus. Alle palmolie ingekocht van IOI moet daarvan worden afgetrokken. Het bedrijf is al jaren in opspraak vanwege haar omstreden werkwijze en de vernietiging van regenwoud en veengronden”, zegt de milieuorganisatie.

In een open brief roept Greenpeace, samen met 22 andere organisaties, fabrikanten en palmoliehandelaren op om IOI aan de kant te zetten.