Kinkhoestvaccin niet veilig genoeg
De Gezondheidsraad adviseert het huidige kinkhoestvaccin zo snel mogelijk te vervangen door een beter werkend en veiliger vaccin. Het huidige vaccin werkt onvoldoende en zorgt jaarlijks bij 1 op de 19 kinderen voor meer of minder ernstige bijwerkingen in de vorm van langdurig huilen, flauwvallen en stuipen.
Dat blijkt uit een rapport van de commissie herziening rijksvaccinactieprogramma van de Gezondheidsraad, dat woensdagmorgen werd overhandigd aan minister Hoogervorst van Volksgezondheid. In januari zei de minister nog dat er slechts bij van 1 op de 1000 kinderen sprake was van bijwerkingen.
Hoogervorst kreeg woensdagmorgen ook een petitie met 5000 handtekeningen aangeboden van de Stichting Vaccinatieschade. Daarin pleit de stichting voor snelle overschakeling op een nieuw en veiliger vaccin. Dat wordt al in vrijwel alle Europese landen gebruikt, maar nog niet in Nederland.
Het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) werkt aan de vervaardiging van een nieuw kinkhoestvaccin, maar heeft daarvoor zeker nog drie jaar nodig, aldus prof. dr. E. J. Ruitenberg, voorzitter van de commissie van de Gezondheidsraad die zich over de problematiek heeft gebogen. Volgens Ruitenberg is het beter niet langer te wachten op de komst van het Nederlandse vaccin, maar voorlopig over te stappen op een nieuw type vaccin dat al door twee farmaceutische bedrijven op de markt wordt gebracht. De kosten van aankoop van het nieuwe vaccin bedragen ongeveer 10 miljoen euro per jaar.
Vaccinatie tegen kinkhoest maakt deel uit van de bekende DKTP-prik tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. In het eerste levensjaar krijgen kinderen deze prik op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden. Het gaat jaarlijks om zo’n 800.000 prikken bij ongeveer 200.000 kinderen. In 2001 werden er 1331 vermoede bijwerkingen gemeld. Daarvan hadden er 1034 (0,13 procent) betrekking op de DKTP-vaccinatie. Volgens Ruitenberg is het aantal gemelde bijwerkingen de laatste jaren echter sterk gestegen tot zo’n 8000 gevallen (1,4 procent) per jaar.
De Gezondheidsraad is verontrust over deze stijging. Tegelijk wijst de raad erop dat de werkzaamheid van het huidige vaccin te wensen overlaat. Steeds meer kinderen krijgen kinkhoest ondanks het feit dat ze zijn ingeënt. In 2000 adviseerde de Gezondheidsraad ook al om over te stappen op het nieuwe vaccin. Dit advies is destijds door het ministerie van VWS overgenomen. Verwacht werd dat het NVI het nieuwe vaccin in 2004 beschikbaar zou hebben. Dit is echter niet gelukt.
Vaccinatie tegen kinkhoest heeft plaats sinds 1953. Er wordt gebruikgemaakt van een vaccin dat is vervaardigd van de gehele kinkhoestbacterie (whole-cell-vaccin). Dit vaccin bevat volgens Ruitenberg zowel positieve als negatieve bestanddelen. Inmiddels is er al vele jaren een nieuw vaccin beschikbaar, dat is gemaakt van delen van de bacterie en dat minder bijwerkingen geeft (acellulair vaccin).
In de loop der jaren zijn volgens de Stichting Vaccinatieschade tientallen onderzoeken gepubliceerd die het whole-cell-vaccin in verband brachten met verschijnselen als permanente hersenbeschadiging, hersenzwelling, schade aan het zenuwstelsel, koortsstuipen, flauwvallen en overlijden.
Diverse onderzoeken wijzen uit dat het acellulaire vaccin minder bijwerkingen geeft. Zo bleek uit de resultaten van een studie in 2003 dat het nieuwe vaccin zorgde voor een afname van het aantal koortsstuipen met 79 procent en een afname van flauwvallen met 60 tot 67 procent. Uit een onderzoek in 2002 bleek een afname van het aantal stuipen met 73 procent.
Als het ministerie besluit het advies van de Gezondheidsraad op te volgen, zal het volgens Ruitenberg nog wel enige tijd duren voor het nieuwe vaccin beschikbaar komt. „We moeten dan de inkoop aanbesteden en gaan onderhandelen met de twee farmaceutische bedrijven.”